Zegen en vloek

Vandaag aflevering 29 in de rubriek ‘Genade geneest’.

 


 

Het gebeurt nog wel eens, als iemand door de dood is weggenomen, vooral als die dood plotseling toesloeg, dat de vraag gesteld wordt: zou het wel goed zijn? Of de verzuchting met een ondertoon van angst geslaakt wordt: Als het maar goed is.

Die vraag hoeft echter niet te worden gesteld en die verzuchting niet geslaakt, als wij in dit leven door woord en daad tonen de Heere lief te hebben, Zijn beloften te hebben aangegrepen en in Zijn wegen te willen wandelen. Al gaat dit met veel gebreken en tekortkomingen gepaard.

Want het zal aan de Heere niet liggen als het met u niet goed komt. Hij heeft in Zijn grote ontferming en onbegrijpelijke liefde altijd uw behoud, uw zaligheid op het oog. Dat heeft Hij, zelfs als Hij Zijn vloek u voorhoudt. Immers wil Hij u daardoor van het verderf doen terugschrikken en u doen verlangen naar Zijn zegen. Als de wet van de HEERE met zijn verdoemende kracht ons wordt gepredikt, dan geschiedt ook dit, zoals we ergens in de Schrift lezen (Joz. 8) om Gods volk te zegenen.

Nee, het zal aan de Heere niet liggen, als het met u niet goed komt voor de eeuwigheid.

Elke zondag en soms nog op andere dagen, laat de Heere Zijn woord ons prediken. In het midden van de gemeente komt Zijn stem tot ons bij monde van de door Hem gezondenen. En als wij om welke reden ook in het midden van de gemeente niet kunnen verschijnen, dan horen wij het Woord via het internet. Of het wordt ons bij het ziekbed gebracht. En ook dan is ons horen van Gods Woord een aangrijpen van de zegen of een inroepen van de vloek. Want de prediking geschiedt altijd zo, als ze goed geschiedt, dat zegen en vloek beide worden verkondigd. Echter met de bedoeling, dat wij ons door de zegen zullen laten lokken en door de vloek laten afschrikken. Zoals Jesaja het uitdrukt: zeg aan de rechtvaardige dat het hem wél zal gaan, want hij zal de vrucht zijner daden eten, wee de goddeloze, want het zal hem slecht gaan, want het werk zijner handen zal hem worden vergolden.

Het eenmaal bij de Sinaï gesloten verbond wordt door de prediking steeds weer bevestigd. Als Gods volk op Hem vertrouwt, Zijn wetten onderhoudt, zal het zeker de gunsten van de Heere genieten, Zijn zegen ervaren. Maar als het de Heere veracht, zal het zeker vergaan.

Elke dienst van het Woord bedoelt u de rijkdom van de Heere zegen op het hart te binden, ook door de verschrikking van de vloek u naar die zegen te drijven, door de schrik van de Heere u te bewegen tot het geloof en tot de geloofsgehoorzaamheid.

Zoals wij het belijden in Zondag 31 van de Heidelbergse Catechismus, dat volgens het bevel van Christus, aan de gelovigen allen en een iegelijk, verkondigd en openlijk betuigd wordt, dat hun, zo dikwijls zij de beloften des Evangelies met een waar geloof aannemen, waarachtig al hun zonden, om der verdiensten van Christus’ wil vergeven zijn. Daarentegen allen, ongelovigen, en die zich niet van harte tot God bekeren, verkondigd en betuigd wordt, dat de toorn van God en de eeuwige verdoeming op hen ligt, zolang zij zich niet bekeren.

Verbondszegen en verbondsvloek. Niemand zal daar tussen door kunnen.

Verbondszegen, als u de Heere Jezus Christus liefhebt en dan ook in de wegen des Heeren wilt gaan.

Verbondsvloek en verbondswraak, als u van Hem afgaat, als u weigert om de zegen met een blij en dankbaar hart aan te grijpen, als u niet schrikt van de schrikkelijkheid van Gods vloek.

Zegenen, Zijn volk zegenen, ook u, die dit leest, zegenen, dat is Gods bedoeling.

Moge het gedurig horen naar de lezing van de wet in onze samenkomsten en de gedurige bediening van Gods Woord ons allen toch een aansporing zijn om de vloek te ontvluchten door tot Hem te gaan, Die ons verlost heeft van de vloek der wet door Zelf in eigen Persoon een vloek voor ons te worden, en de zegen te zoeken. En om te bidden:

Och, of wij Uw geboôn volbrachten!
Gena, o, hoogste Majesteit.
Gun door ’t geloof in Christus krachten
Om die te doen uit dankbaarheid.

image_pdfimage_print