Een ‘vreemdeling’ – wie ‘gewoon gereformeerd’ wil zijn, is geneigd zich zo te voelen binnen de (in 2024 verenigde) Gereformeerde Kerken. Kerkelijke ontwikkelingen gaan razendsnel en steeds een stap verder, zo lijkt het wel. Tanend kerkbesef wordt gepaard met ‘reformatorisch’ denken over steeds meer zaken, van ‘geloof en beleving’ tot ‘Israëlvisie’. Het Reformatorisch Dagblad wist in april dit jaar scherper te duiden dan menigeen binnen het kerkverband en merkte op dat DGK/GKN zich theologisch hebben verwijderd van het ‘vrijgemaakte’ (wij zouden zeggen: ‘gewoon gereformeerde’) gedachtegoed en dichter bij de ‘refozuil’ zijn komen te staan. Het lijkt ons een juiste, maar voorzichtige taxatie: er is feitelijk nog weinig principieel onderscheid tussen menige Gereformeerde Kerk en een (zgn. ‘behoudende’) Christelijke Gereformeerde of Hersteld Hervormde Kerk.
We moesten hieraan denken toen we een plaatselijk kerkblad lazen waarin aandacht werd gevraagd voor ‘vreemdelingen’. Helaas gaat het dan echter om een andere categorie vreemdelingen, namelijk om de ‘ontheemde, arme en verdrukte’. De verantwoordelijkheid voor al deze kwetsbare, verdrukte mensen moet ‘op de agenda van de kerk staan’. Daar roepen de wetten van Mozes (over de ‘vreemdeling in ons midden’), aldus dit kerkblad, ons toch toe op? Een ‘maatschappelijke relevantie’ waar door verscheidene Gereformeerde Kerken dan ook handen en voeten aan wordt gegeven: middels maatschappelijke projecten (bijv. via Stichting Present) wordt getracht allerlei ‘sociale nood’ te lenigen.
Opmerkelijk is dat toch: enerzijds steeds meer ‘openheid’, anderzijds steeds meer ‘geslotenheid’. Geslotenheid ten opzichte van het vrijgemaakte verleden, geslotenheid voor wie zich wil houden aan de Drie Formulieren (in bijv. kerkelijke contacten), geslotenheid voor ‘gewoon gereformeerd’ denken over verbond, geloof, geloofsbeleving en kerk. Tegelijk bij alle vervreemding van het gereformeerd-zijn veel aandacht voor ‘de vreemdeling in de wereld om ons heen’.
Het deed ons denken aan ontwikkelingen vanaf de jaren ’80 van de vorige eeuw in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). De situatie nu is niet geheel vergelijkbaar met toen, is nu misschien nog ernstiger dan rond 2003, alleen al gelet op het gebrek aan principieel-bezwaard geluid door voorgangers (bijv. predikanten of ouderlingen) binnen de kerken. Toch ging ook toen een radicaal afscheid van het ‘gereformeerd verleden’ gepaard met velerlei aandacht voor ‘hen die ons omringen’, in kerkelijk en maatschappelijk opzicht.
Men kan dan geneigd zijn zich een schuldgevoel aan te laten praten, alsof we ‘starre gereformeerden’ zijn die zich niet om de naaste bekommeren. En wat moeten we dan met de wetten van Mozes over de ‘vreemdeling’?
We lazen hierover een wat oudere artikelenserie, waarin deze kwestie heilshistorisch wordt benaderd.[1] Een lezenswaardige serie (met name het tweede artikel) die we hier dan ook deels overnemen. We zouden zeggen: zoek de verschillen!
-MV
[1] Deze artikelen zijn geschreven door Ad.J. Koekkoek en gepubliceerd in het blad Reformanda (2003, nr. 27, 32 en 33).