Van vreugde tot vreugde

Onderstaande overdenking is van de hand van ds. D.K. Wielenga.[1]


De dag van de geboorte is een dag van vreugde. Maar een vreugde die uit smart geboren is. Naar het woord van het Kind in de kribbe zelf toen Hij bij het afscheid van Zijn discipelen in deze wereld sprak: een vrouw die baart heeft droefheid, omdat haar uur gekomen is, maar wanneer zij het kind ter wereld heeft gebracht, denkt zij niet meer aan haar benauwdheid, uit vreugde, dat een mens ter wereld is gekomen (Joh. 16:21).

 

Hij heeft de vreugde verlaten
Telkens wanneer we onze geboortedag herdenken is er blijdschap, blij dat hij, dat zij er nog is, blij om de jarige en blij met de jarige. Maar onze vreugde is uit smart geboren.

De vreugde van deze dag is geboren uit de droefheid van Maria; zij kende ook haar moedervreugde dat deze Mens ter wereld is gekomen. Het is de vreugde om een Mens die komt om te redden hen die in droefheid en smart leven in deze wereld.

Er was vreugde in de dagen van de geboorte van Jezus Christus. Vreugde bij Zacharias en Elizabeth. Naar het woord van Gabriël: blijdschap en vreugde zal uw deel zijn en velen zullen zich over Zijn geboorte verblijden.

Wanneer Maria bij Elizabeth komt, springt het kindeke van vreugd op in haar schoot. Maria zelf zingt over haar blijdschap in God haar Heiland, omdat Hij heeft omgezien naar de nederige staat van Zijn dienstmaagd. De engel verkondigt grote blijdschap die het gehele volk ten deel zal vallen. De vreugde kan maar niet op!

Maar van de vreugde van Jozef en Maria leest u niet. Wel leest u van Simeon die spreekt over het zwaard dat zal gaan door de ziel van Maria, moeder der smarten, om haar Kind, de man van smarten. Waarlijk, deze vreugde nu deze Mens ter wereld is gekomen, is niet onvermengd. De vreugde wordt geboren uit droefheid, is zelf een kind der smarten. De vreugde van de gemeente van Christus is geboren uit Zijn smarten.

Hoe kan dan ter wereld gesproken worden: van vreugde tot vreugde? Is er dan helemaal geen plaats voor droefheid? Zeker, de vreugde van Christus zelf is slechts te verstaan tegen de achtergrond van het evangelie, dat de messiaanse vreugde is verkregen op de weg van het lijden tot heerlijkheid, van droefheid tot vreugde.

Nu lezen we in Hebreeën 12:2 over een merkwaardige gang van deze vreugde van Christus. Hij heeft de vreugde verlaten en prijsgegeven om in te dalen in de droefheid en in de angsten van Zijn volk in deze wereld. Er is vreugde dat deze Mens ter wereld gekomen is, omdat Hij de vreugde…. verlaten heeft, om door Zijn droefheid ons vreugde te bereiden.

Voor Jezus Christus, de Leidsman en Voleinder des geloofs lag de vreugde; Hij was in de vreugde bij de Vader.

Het gaat niet om die vreugde welke Christus in uitzicht wordt gesteld, die Hem eenmaal ten deel zal vallen aan het einde van de kruisweg, de vreugde aan het slot, maar het gaat om deze vreugde welke Hij bezat voordat Hij op aarde kwam. Die vreugde kwam Hem toe.

 

Vreugde geboren uit droefheid
En nu is het geheim van deze evangelische blijdschap, dat Christus deze vreugde inruilt voor het kruis en voor de schande aan dat kruis verbonden. Zo verlaat Hij de vreugde die voor Hem was en wordt Hij als mens geboren in een vreugdeloze wereld. Hij verlaat de feestzaal om anderen te zoeken en hen mede te nemen in de zalen van de eeuwige vreugde.

In ruil nu voor die vreugde bij de Vader heeft Christus het kruis doorstaan, de schade niet achtende. Toen was Zijn keuze bepaald; Hij kiest in plaats van de vreugde de angsten van het kruis.

We herdenken op deze feestdag hoe deze Mens ter wereld gekomen is. Er was blijdschap bij Zijn moeder, die niet meer dacht aan haar benauwdheid. Er is grote blijdschap bij Zijn gemeente, omdat Hij om onzentwil die vreugde verlaten heeft om ons te doen delen in Zijn vreugde.

Telkens wanneer wij het kerstevangelie lezen is er blijdschap om Christus die gekomen is, de weg van de Vader tot deze wereld, van het vaderhuis tot Maria’s schoot, van de hemel naar Bethlehem.

De kribbe, dat is: de vreugde om deze mens die tot óns is gekomen.

Maar de weg van Jezus Christus door deze wereld is een vreugdeloze weg geweest, een weg van lijden en van smarten. Het is de weg van Bethlehem naar Golgotha, de weg van de kribbe naar Zijn kruis. Dat is nu blijkbaar de enige weg om voor ons vreugde te bereiden. De vreugde van Jezus Christus is waarlijk messiaanse vreugde, welke slechts te verwerven valt naar de messiaanse wet: door lijden tot heerlijkheid. Deze vreugde wordt duur betaald, betaald met Zijn bloed, met Zin droefheid en angsten.

Dat heeft van Hem volharding en uithoudingsvermogen gevraagd. Niemand denke gering over deze schande van het kruis; de straf voor staatsgevaarlijke sujetten, voor het geboefte, voor het uitvaagsel van het Romeinse rijk. Eerlozer, schandelijker dood is niet denkbaar. Romeinse burgers mochten niet eens gekruisigd worden.

Er was geloof en vertrouwen nodig voor de Here Christus om dat te doorstaan, om dit uit te houden. Geloof in het Woord en vertrouwen op Zijn Vader.

We lezen er iets van in deze zelfde brief aan de Hebreeën 5:7, “tijdens zijn dagen in het vlees heeft Hij gebeden en smekingen, onder sterk geroep en tranen geofferd aan Hem, die Hem uit de dood kon redden.”

De tranen van het Kind in de kribbe halen niet bij de tranen van de Man van smarten, bij de tranen van Gethsemané. Kostbare tranen van droefheid van Christus. Hij begeerde dat drie van zijn discipelen dicht bij Hem zouden zijn in Zijn angsten. Maar zij hebben geslapen, konden niet eens één uur met Hem waken. Zij lieten Hem alleen, nameloos alleen, in de barre eenzaamheid van Zijn verdriet.

Zo echt mens is Jezus Christus geweest. Niet trots en fier, overmoedig, doch ootmoedig gaat Hij de via dolorosa. Hij heeft zelfs gebeden of deze beker Hem niet kon voorbijgaan. Juist toen bleek Zijn geloof en vertrouwen. Deze dingen moesten geschieden, deze angsten konden Hem niet bespaard worden. Hij is verhoord uit Zijn vasthouden aan het woord van zijn Vader. Zó heeft Hij zegevierend het gehaald. Hij leerde gehoorzaamheid uit Zijn lijden. Dat is toch wel de meest volstrekte tegenstelling met Zijn vreugde vóór Zijn komen tot deze wereld, uit de gemeenschap met Zijn Vader en de engelen. En hier op aarde…in de radicale vereenzaming, verlaten van God en mensen. Geen vreugde doch smart en angst, helse angsten. Alleen op deze wijze van het offer komt Hij aan Zijn doel, voleinder van het geloof. De brief spreekt over Hem als de hogepriester naar de orde van Melchizedek. Het zegevierend einde is dan ook: gezeten ter rechterhand van de troon Gods, priester op Zijn troon.

Zo is dan Jezus Christus de leidsman van het geloof gebleken. Het is Zijn taak en opdracht… en dat wist Hij toch toen Hij de vreugde die Hij bezat inruilde voor de schande van het kruis… om vreugde voor ons te bereiden. Geen wonder, want Hij komt alleen op de troon aks Hij de reinigmaking van onze zonden heeft tot stand gebracht (Hebr. 1:3).

Vreugde geboren uit droefheid en angst om onze zonden.

Wát een wereld, die zich aan Hem vergreep.

Wát een zonde, waarvoor Hij wilde sterven.

Wát een schuld die Hij wilde betalen.

Wát een angsten die Hij wilde doorstaan.

Wát een geloof, wát een uithoudingsvermogen.

 

Onze vreugde uit Zijn droefheid
We gedenken op kerstdag hoe onze vreugde geboren is uit Zijn droefheid, onze blijdschap uit Zijn angsten, onze gemeenschap uit Zijn eenzaamheid.

Telkens wanneer wij het kerstevangelie lezen is er vreugde door Christus. De kribbe, de vreugde om deze Mens die tot ons gekomen is. Het kruis, de vreugde door Hem, die voor ons gestorven is.

Toen mocht Hij terugkeren en ingaan in de vreugde van Zijn Vader. Van vreugde tot vreugde. Er is wéér vreugde, gezeten ter rechterzijde van de troon Gods. Weergekeerd van deze aarde in het vaderhuis, terug bij de Vader.

Wanneer dan Jezus Christus op de troon gezeten is, dan alleen zoals de Vader dat van Hem begeerde en Hem beloofd heeft. Als een barmhartig Hogepriester, opdat wij nu barmhartigheid en genade zouden vinden bij de troon van de genade (Hebr. 4:16).

Tot deze heerschappij der genade heeft nu God Hem gezalfd met vreugdeolie (Hebr. 1:19, Ps. 45:7).

Olie der vreugde wil Hij nu in genade en grote barmhartigheid uitdelen, nu Hij voor ons een oorzaak van eeuwig heil geworden is.

Van vreugde tot vreugde; om deze duur gekochte messiaanse vreugde te schenken aan Zijn gemeente. Hij begeert die vreugde niet voor Zichzelf alleen. Maar opdat wij zouden delen in Zijn vreugde. Zo is de vreugde geboren uit droefheid. Dat is nu de kroon, de vreugde met Hem die wederkeerde.

 

Van vreugde tot vreugde
Leidsman en voleinder van het geloof;

Voorganger op deze weg naar de vreugde.

Voleinder, schenker aan het einde van deze weg.

De weg van Christus is nu de weg van Zijn gemeente. Dat vraagt geoof en vertrouwen, uithoudingsvermogen om het einde van deze weg te halen.

Deze vreugde is tot een dochter der droefheid.

De weg tot deze vreugde is vaak een weg van angsten en gevaren, van vreze en droefheid. Maar het gaat om wat barmhartigheid op deze wegen der eenzaamheid; om wat troost op deze wegen der droefheid,  om wat gemeenschap op deze wegen der eenzaamheid.

Zijn kribbe, de vreugde om deze Mens die tot óns gekomen is, in een vreugdeloze wereld.

Zijn kruis, de vreugde door deze Mens, die voor óns gestorven is, in een wereld van smarten.

Zijn kroon, de vreugde met Hem, die óns tot Zich zal nemen in de wereld van de eeuwige vreugde.

Het gaat van kracht tot kracht, van vreugde tot vreugde.

Deze dag is een dag van vreugde, omdat een Mens, deze Mens ter wereld is gekomen.

 

[1] Overgenomen uit: Morgenglans der eeuwigheid (Amsterdam: Uitgeverij Ton Bolland, 1975), pp. 41-44. Voor de leesbaarheid zijn tussenkopjes toegevoegd.