Tragisch onbegrip over de Vrijmaking

Door: M.R. Vermeer

 

In het Reformatorisch Dagblad van 7 november 2019 tekent redacteur Klaas van der Zwaag de Vrijmaking van 1944, in een recensie van twee boeken daarover, als een tragische gebeurtenis: “De tragiek is dat de partijen elkaar niet gevonden hebben in iets dat in de kerkgeschiedenis nooit het karakter van een fundamenteel geloofsartikel had. De kerk kent nu echter andere uitdagingen.” Een reformatorische zienswijze zonder oog voor Gods werk in de Vrijmaking van 1944. Laten we de Vrijmaking blijven gedenken als één van Gods wonderdaden in de vaderlandse kerkgeschiedenis. Hoe komt het toch, dat men dat in reformatorische kring zo anders ziet?

 

Een andere kerkvisie
Hier lijkt allereerst een andere kerkvisie op te spelen. Een ‘reformatorische’ visie, die uitgaat van de gelovigen in plaats van de kerk. Gelovigen die zich groeperen in verschillende kerkformaties. Kerkformaties die meer of minder zuiver zijn, maar lang niet altijd principieel verschillen.

Bevalt het dan niet in de ene kerk, dan stappen we over naar een andere kerk, zonder het kerkverband in de crisis te brengen en een oproep tot reformatie te doen uitgaan. Zo deed bijvoorbeeld Van der Zwaag zelf in 2008: toen de grond hem (begrijpelijk genoeg) te heet onder de voeten werd in de Gereformeerde Gemeenten, bood de Hersteld Hervormde Kerk een ‘uitwijkplaats’.

De Vrijmaking is daarentegen de voortzetting van Gods ene kerk in Nederland. Anders gezegd: de bedding van Gods kerkvergaderend werk loopt via de Vrijmaking. Een ootmoedige constatering, die ons overigens ook voor deze tijd veel moed en kracht geeft om door te gaan. In een tijd van oorlog (Van der Zwaag geeft de verbazing hierover door: “De wereld stond in 1944 in brand”!) wisten broeders en zusters zich geroepen om de hand aan de ploeg te slaan. Laten wij dan niet lui, verwend en traag zijn, maar ons laten inschakelen bij Gods kerkvergaderend werk in déze tijd.

 

Een andere verbondsvisie
In de tweede plaats blijkt uit de recensie van Van der Zwaag een andere verbondsvisie. In de Vrijmaking zou het zijn gegaan om accentverschillen ten aanzien van verbond, doop en verkiezing: “Subjectieve en objectieve aspecten ten aanzien van het verbond sluiten elkaar niet uit, zodat er geen reden is om hierover blijvend te polariseren, laat staan een kerk hierom te laten scheuren.

Dit is ‘evenwichtige’ taal, maar in de Vrijmaking van 1944 (als we de winst daarvan ten minste willen boeken) is nu juist afgerekend met allerlei evenwichtsconstructies ten aanzien van verbond en prediking. Er zijn in de loop van de geschiedenis van de gereformeerde kerken heel wat schema’s bedacht waarin het ‘objectieve’ (het voorwerpelijke, Gods verbondsbeloften) en het ‘subjectieve’ (het onderwerpelijke, Gods verbondsbeloften voor mij als gelovige) naast of tegenover elkaar worden gesteld. In de Vrijmaking zijn onze ogen er weer voor open gegaan dat de gehele gemeente dezelfde belofteprediking en dezelfde eis van geloof en bekering ontvangt.

 

Om de zekerheid van het geloof
Ten slotte, de Vrijmaking ging ten diepste om de zekerheid van het geloof. Misschien is het juist daarom dat een kerkscheuring plaatsvond ‘terwijl de wereld in brand stond’: bij al het onzekere is er de zekerheid van Gods beloften.

Het is dan ook jammer wanneer wordt gedaan alsof de kerk nu ‘andere uitdagingen’ kent en de Vrijmaking min of meer achterhaald is. Toegegeven, deze tijd kent nieuwe vragen en uitdagingen (overigens ook veel dwalingen en ketterijen in een nieuw jasje). Toch moeten we niet vergeten dat op de achtergrond van de Vrijmaking een aloude existentiële vraag meespeelde: hoe ontvang ik zekerheid? Een vraag die overigens in reformatorische kringen nog altijd zo omstreden is, dat in 2003 een reformatorische auteur (een zekere K. van der Zwaag) een boek van 1098 (!) bladzijden publiceerde onder de titel ‘Afwachten of verwachten?’, waarin vragen rond belofte, zekerheid en toe-eigening centraal staan. In de Vrijmaking is een duidelijk Schriftuurlijk antwoord op deze vragen gegeven.

Laten wij dan ook onbeschaamd en vrijmoedig blijven leven vanuit de winst van de Vrijmaking van 1944.