Pinksteren: uitstorting van de Geest

Door. H. Plaggenmars

 

De werkweek ligt bijna achter ons. In de komende dagen volgt het pinksterfeest.

Hemelvaartsdag. In de afgelopen dagen mocht er op Hemelvaartsdag worden stilgestaan bij de Hemelvaart van Christus en tegelijk de Troonsbestijging van de Messias Koning.

Pinksteren. Morgen en overmorgen staat de Kerk stil bij het evangelie van Pinksteren.

Morgen is het ook zondag. Een dag van rust en tegelijk ook een dag waarin wij ons opmaken om naar het Huis van de Heere te gaan. Want daar horen wij Zijn Woord (Ps.122).

En evenals op de tweede pinksterdag staan wij in de komende dagen in het bijzonder stil bij het evangelie van Pinksteren.

Ja, pinksterdagen zijn dagen van rust (Deut.5:14). Tegelijk zijn het bijzondere dagen waarop het Woord van de Heere opengaat bij het evangelie van Pinksteren.

 

Stilstaan bij het evangelie van Pinksteren
Stilstaan. De pinksterdagen zijn dagen waarop de Kerk stilstaat bij de uitstorting van de Heilige Geest op die bewuste pinksterdag na Zijn Hemelvaart (Hand. 2:1).

En tegelijk omvat de pinksterviering het stilstaan bij die bijzondere tekenen die daarbij zijn gehoord en gezien. Geluid als van een geweldige windvlaag (Hand. 2:2). Spreken in andere talen (Hand.2:4). En de tongen als van vuur die gezien werden (Hand. 2:3).

Ja, er was op die bewuste pinksterdag zelfs verwarring want een ieder hoorde hen in eigen taal spreken (Hand. 2:6). Het is de apostel Petrus die deze bijzondere tekenen op die bewuste pinksterdag verbindt aan de profetieën van Joël uit het Oude Testament (Hand. 2:17). Het is de apostel Petrus die in zijn toespraak die bijzondere tekenen die gehoord en gezien werden verbindt aan de verhoogde Jezus Christus die de belofte van de Heilige Geest ontvangen en uitgestort heeft (Hand. 2:33).

Overdenken. Het is goed om bij en rond de pinksterdagen het evangelie bij de hand te nemen en het evangelie van Pinksteren kort te overdenken (Ps.77:13).

De uitstorting van de Heilige Geest is immers beloofd. Het is geprofeteerd in het Oude Testament.

Het is door Christus aan Zijn discipelen beloofd bij Zijn Hemelvaart (Hand.1:8).

De uitstorting heeft plaatsgevonden op die bewuste pinksterdag. De dag waarop het pinksterfeest vervuld werd en allen eensgezind bijeenwaren (Hand.2:1).

In deze overdenking een korte bijdrage waarin kort iets genoemd zal worden over het feit dat Pinksteren is geprofeteerd en beloofd.

 

Pinksterdag
Eerst iets over die bewuste Pinksterdag. In Handelingen 2 vers 1 lezen wij daarvan: “En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd”. Het eigenlijke woord zegt iets over het getal, hier de 50e dag (Pentékosté, Hand. 20:16).

Dat Pinksteren toen al een bijzondere dag was komt bijvoorbeeld naar voren in de eerste brief van de apostel Paulus aan de gemeente in Korinthe. In deze brief schrijft hij over zijn reisplannen en zijn verblijf in Efeze tot Pinksteren, de 50e dag.

De dag van het Pinksterfeest was voor de Joden al een bijzondere dag. Het was de dag van het laatste oogstfeest. Het feest van de 1e vruchten van het veld (Ex.23:16). Volgens de bepalingen in het boek Leviticus werd er geteld in 7 volle weken en moest men de Heere een nieuw graanoffer aanbieden (Lev. 23:15,16). En dat niet alleen. Twee broden moesten meegebracht worden voor een beweegoffer (Lev. 23:17) en dieren moesten aan de Heere aangeboden worden in de vorm van een brandoffer, een brandoffer voor de Heere (Lev. 23:18).

Volgens dr. Bavinck zou het hierbij gaan om het feest der weken (Gesch. der Godsopenb. NT Pag.498). Dit feest werd immers gevierd 7 weken na het Paasfeest. In het Bijbelboek Deuteronomium lezen wij daarvan het volgende: “Zeven weken moet u voor uzelf aftellen. U moet de zeven weken beginnen te tellen vanaf het moment dat men met de sikkel begint te oogsten in het staande koren” en “daarna moet u het wekenfeest houden voor de Heere, uw God. Wat u geven moet is een vrijwillige gave van uw hand” (Deut. 16:9,10).

Het Pinksterfeest was voor het volk Israël dus een bijzonder feest. Een oogst- en wekenfeest waarbij broden werden gebakken en als een dankoffer aan de Heere werden gewijd.

De uitstorting van de Heilige Geest had toen plaats namelijk op het moment dat de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, hier tegelijk een Joods wekenfeest (Hand. 2:1, Deut.16).

 

De uitstorting van de Heilige Geest is geprofeteerd
De uitstorting van de Heilige Geest is in het Oude Testament geprofeteerd.

Het is de apostel Petrus die na de gebeurtenissen op de pinksterdag zijn toehoorders wijst op de profetieën van Joël. Zijn toehoorders, de Joodse mannen en allen die in Jeruzalem woonachtig waren (Hand. 2:14).

De profetieën van Joël die ook wel bekend staan om de beschrijving van plagen door ongedierte (Joël 1:4,2:25), de voorzegging van de Dag van de Heere (Joël 1:15) en de oproep tot bekering (Joël 2:12,13).

Aan het einde van de 2e hoofdstuk van het Bijbelboek Joël vinden wij die bijzondere profetie over de uitstorting van de Heilige Geest. In Joël 2 lezen wij daarvan het volgende: “Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees: uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien” (Joël 2:28-32).

In de eerste hoofdstukken had Joël de Dag van de Heere geprofeteerd (Joël 1:15,2:1). Die grote en ontzagwekkende dag (Joël 2:31). Met deze profetie in het 2e hoofdstuk uit het Bijbelboek Joël wordt duidelijk dat een ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen zal ontkomen aan het gericht (Joël 2:32). Bij de verklaring van dit Bijbelgedeelte uit de profetieën naar Joël verwijst ook dr. Ridderbos naar het bekeerde volk dat weer deel zal krijgen aan het Heil van de Heere (Joël 2:32,KV pag.151).

 

Toespraak van Petrus
Apostel Petrus sprak de menigte toe met deze woorden uit de Profetieën van Joël (Hand.2:18-21).

De apostel Petrus besluit dit citaat uit de profetieën van Joël met de volgende woorden: “En het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zalig zal worden” (Hand.2:21).

In de profetie van Joël zoals deze door de apostel Petrus in zijn toespraak is aangehaald blijkt duidelijk dat de uitstorting van de Heilige Geest ten deel zou vallen aan jongen en ouden, aan mannen en vrouwen, aan slaven en vrijen. Deze profetische woorden zijn vervuld op de pinksterdag.

Bij het slotgedeelte van Handelingen 2 vers 21 kan worden opgemerkt dat deze in de toekomende tijd staat weergegeven. Immers; een ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden. In zijn verklaring bij dit vers wijst Dr. Grossheide erop dat de apostel Petrus zich vanaf vers 21 tot individuen richt en zo over Christus spreekt (KV.Pag.34). Daar de apostel Petrus in vers 14 van Handelingen 2 alle inwoners van Jeruzalem had aangesproken, spreekt Hij vanaf vers 22 de Israëlitische mannen aan. Deze Israëlitische mannen moeten weten dat God het is die Christus heeft doen opstaan en dat Hij is aan de rechterhand (Hand. 2: 24,25).

Daaruit is te concluderen dat de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag is geprofeteerd in het Oude Testament. Ook kan worden vastgesteld dat de voorzegging in de profetieën van het Oude Testament door de apostel Petrus in zijn toespraak na de gebeurtenissen op die pinksterdag is benoemd en geciteerd (Hand. 2:18).

 

De uitstorting van de Heilige Geest is beloofd
Pinksteren is niet alleen geprofeteerd maar tenslotte ook beloofd. En dat door Christus zelf vlak voor Zijn Hemelvaart.

Van deze belofte kunnen wij lezen in Handelingen 1 vers 8 alwaar de Heiland tot zijn discipelen het volgende had beloofd: “Maar U zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde” Hand. 1: 2,8). In dit vers staat niet: “De Heilige Geest zal over de apostelen komen”. Nee, de apostelen zullen de kracht van de Heilige Geest ontvangen. Het eigenlijke woord dat zowel op de kracht uit de hoogte (Luc. 24:49) als op de Kracht van de Heilige Geest kan zien (Hand. 10:38). De kracht om te getuigen, de kracht om het evangelie met vrucht te verkondigen. Maar ook kracht om door wonderen deze verkondiging te bevestigen. Zoals dat bij handelingen van de apostel Paulus in Efeze met de volgende woorden staat beschreven: “En God deed buitengewone krachten door de handen van Paulus” (Hand. 19:11).

Volgens de verklaring bij dit beloftewoord door dr. Ridderbos had Christus de apostelen uitgekozen en onderricht en de Heilige Geest geeft hun kracht. Zo kunnen de apostelen met de kracht uit de hoogte spreken. Zo kunnen de apostelen getuigen door te prediken over wat zij gehoord en gezien hebben.

En door het getuigenis van de apostelen werden er dagelijks mensen toegevoegd aan de gemeente (Hand. 2:47). Zij immers loofden God en vonden genade bij het volk.

 

Beloftewoord
Zo komt het pinksterevangelie ook met een beloftewoord voor vandaag. Het is Christus door Zijn Geest die kracht schenkt voor de getuigenis en de verkondiging van het evangelie.

Het beloftewoord kunnen wij lezen in Handelingen 2 vers 39, waar staat: “Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal”.

Deze belofte is immers voor Abraham en zijn zaad (Gen. 17:7).

En Joël sprak immers over een uitstorting op alle vlees (KV.Pag.44). Volgens dr. Grosheide is hier niet alleen de Jood maar ook heiden bedoeld. Daarbij kan ook verwezen worden naar hetgeen de apostel Paulus schrijft aan de gemeente te Rome, Romeinen 1 vers 16: “Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot Zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek”.

Voor de gelovigen is het evangelie een Kracht van God tot zaligheid.

Het is de Heilige Geest die de gelovigen door een waar geloof deel geeft aan Christus en al Zijn weldaden (HC Zondag 20). De Heilige Geest die dit ware geloof in de mens werkt door het horen van het Woord van God (NGB art. 24). De Heilige Geest die de gelovigen troost (HC Zondag 20).

 

Enkele bronnen en referenties
Dr. J.H. Bavinck Geschiedenis der Godsopenbaring NT (Kok, 2e druk)
Ds. L. Doekes Een heilige natie (Kampen, 1980)
Dr. Grosheide Korte verklaring der Heilige Schrift over Handelingen (Kok, 1966)
Dr. A.N. Hendriks Die in de waarheid leidt (H3) (Groen, 2001)
Prof. B. Holwerda De Wijsheid die Behoudt (Oosterbaan, 1957)
Dr. Ridderbos Korte verklaring der Heilige Schrift over Joël (Kok, 1966)
Dr. C. Trimp De Geest van Pinksteren in De Opgang v/h heil (1971)

                                         

 

 

 

image_pdfimage_print