Luisteren!

Vandaag aflevering 46 in de rubriek ‘Genade geneest’.

 


 

Als u luistert naar, gehoorzaam bent aan de stem, het Woord van de Heere, dan komt met u alles goed.

Dan zeker. Dan alleen. Ook al komt het vaak heel anders goed, en langs heel andere wegen, dan u gedacht hebt. Dan zult u zeker ervaren- door het geloof- hoe goed het is, hoe veilig het reist, met de Heere als Gids. Ja, in de weg van geloof en geloofsgehoorzaamheid ligt een rijke zegen.

Luisteren. Aandachtig luisteren. Zo doen we immers als we graag alles willen horen wat er wordt gezegd. Wij spannen ons er dan voor in. We spitsen dan het oor. En al we het dan nog niet kunnen verstaan, dan leggen we de hand achter de oorschelp, om ons maar geen woord te laten ontgaan.

Welnu, zo zij het bij ons, zo hebben wij te luisteren, als de Heere spreekt. Als Hij en Zijn Woord tot ons komt. Als ook Zijn Woord in Zijn Naam wordt gebracht. Als Hij – wat Hij gedurig doet – ons oproept om naar Hem te horen en Hem gehoorzaam te zijn.

Want luisteren naar de Heere, dat is ook Hem gehoorzaam zijn. Wie niet gehoorzaamt, gehoorzamen wil, heeft niet geluisterd, althans niet goed geluisterd.

Luisteren – en naar alles, wat de Heere zegt, dat is: doen alles wat de Heere van ons wil. Ja, dat is ook een hele opgave voor een mens. Alles wat de Heere zegt. Alles. Niet maar wat ons ligt, niet maar wat wij aangenaam vinden, niet maar datgene, waarvan wij de redelijkheid en het nut inzien, datgene wat naar ons oordeel baat brengt en waarvan wij denken dat het goed voor ons is.

Nee, alles, zonder enige uitzondering.

Dat mag ons wel op het hart gebonden zijn. Want wij lopen altijd gevaar om onze wijsheid – die dwaasheid is – te stellen boven de wijsheid van God – die wij vaak dwaasheid achten.

Het volle Woord van God zij ons ten Leidsman, al verstaan wij niet altijd, waarom Hij iets wil. Het moet voor Gods volk genoeg zijn, dat Hij het wil.

Er wordt wel eens gezegd: als je Jezus maar liefhebt. Dan is al het ander tenslotte maar bijzaak. Dat is een gevaarlijke drogreden. Gevaarlijk, omdat ze zo ‘dierbaar’ klinkt, en gemakkelijk aanvaard wordt. Maar de bijbel weet van die onderscheidingen niets af. Want die liefde tot Jezus, het geloof in Jezus, als het echte liefde en echt geloof is, leiden ook tot liefdesdaden, tot geloofsgehoorzaamheid. En die daden, die gehoorzaamheid bepalen wij niet, maar de Heere. Hij zegt, dat werken van de liefde zijn, wat gehoorzaamheid van het geloof is. Dat mogen ook wij wel bedenken in onze dagen, nu het valse eenheidsstreven toeneemt, de band aan Gods Woord losser gemaakt wordt en van Gods geboden soms wordt gezegd, dat zij eigentijdse geboden zijn, geboden, die wel golden voor de tijd, waarin de bijbel werd geschreven, maar die voor ons niet zo gelden. Denk – om een voorbeeld te noemen – alleen maar aan de huwelijksmoraal en al wat vastzit aan het zevende gebod.

In de kerk luistert het nauw. De Heere is door Zijn Geest en Woord in ons midden.

Als u doet alles wat Hij zegt, als u inderdaad luistert, dan daalt de zegen van God op u neer. Daar kunt u op aan. Dat staat vast. O, wat wordt er onder vrome woorden gebeukt tegen het aloude geloof in het Woord van God, dat Woord, dat ons van de genoegdoening van en de verzoening in Christus spreekt. Hoe wordt gepoogd om ook ons dat vaste Woord uit de handen te slaan.

Maar als wij maar voor het Woord van de Heere willen buigen, al wordt het dwaasheid gescholden, voor dat Woord, zoals de kerk der eeuwen dat heeft beleden, dan kunnen wij de zegen verwachten. Als wij maar trouw zijn. Als wij maar aandachtig luisteren. Als wij maar doen alles wat de Heere zegt.