‘Lijden aan de kerk’?
‘Lijden aan de kerk’ – is dat een gereformeerde uitdrukking?
Vaak wordt bij het gebruik van deze uitdrukking verwezen naar allerlei ‘onrecht’ in de kerk. Wie de vinger legt bij kerkelijke ontwikkelingen en daarbij een Schriftuurlijk onderbouwd standpunt inneemt, krijgt inderdaad soms zomaar een etiket opgeplakt, zoals ‘zelotisme’. Dat is dan weliswaar onrecht, maar wordt daardoor ook geleden aan de kerk?
De achtergrond van deze term is vaak een bepaalde omgang met kerkelijk verval. Eigenlijk klinkt hier, bewust of onbewust, een typisch Hervormde zienswijze op een kerkelijke situatie in door. Men zoekt een zogenaamde ‘medische weg’, waarin de zieke patiënt ‘kerk’ weer tot een gezond functioneren wordt gebracht.[1] Een patiënt die men niet ‘zomaar’ mag verlaten, want: “Er is toch ook zoiets als ‘lijden aan de kerk’!?”. De ironie wil echter dat de ‘bezwaarde’ hiermee zichzélf als ‘patiënt’ aanmerkt, als iemand voor wie (al dan niet pastorale) aandacht nodig is.
In het verleden is in gereformeerde kringen weleens aandacht ervoor gevraagd dat het gebruik van deze uitdrukking dubieus is: het brengt je in een ongeestelijk klimaat. We geven dit hieronder met instemming weer.[2]
– MV
‘Lijden aan de kerk’?
De taal blijkt altijd weer een levend iets te zijn. Nieuwe woorden en uitdrukkingen duiken op en worden binnen korte tijd modieus. Ook krijgen reeds bestaande woorden en uitdrukkingen een nieuwe waarde en een nieuwe inhoud.
(…)
Ook in het kerkelijk spraakgebruik duiken merkwaardige uitdrukkingen op. Tegenwoordig b.v. is het bijzonder modieus om te spreken over ‘lijden aan de kerk’. Men bedoelt ermee te zeggen dat een mens bijzonder veel last kan hebben van en door de kerkelijke situatie. Wat kan een mens gewond en beschadigd raken door wat hem overkomt in en van de kerk!
Enkele voorbeelden. Paus Johannes Paulus II gebruikte de uitdrukking ‘lijden aan de kerk’ toen hij bij zijn bezoek aan Nederland in mei jl. enkele woorden wijdde aan de omstreden benoeming van de nieuwe bisschop van Den Bosch, Mgr. Ter Schure. Ook in het Theologisch Seminarium van de Ned. Herv. Kerk wordt ‘bij tijd en wijle geleden aan de kerk’, zo las ik. De fronten zijn daar zo verstard en verhard dat met name de ‘gereformeerde bonders, de politiek linkse mensen, vrouwen en homosexuelen en in het algemeen de meer gevoelige naturen’ daardoor het lijden aan de kerk ondervinden.
Naar ik meen moeten we deze uitdrukking niet in onze mond nemen of aan het papier toevertrouwen. De uitdrukking is onzorgvuldig. Want verdriet hebben over zonden en ongerechtigheid in de kerk is iets anders dan ‘lijden aan de kerk’.
De uitdrukking is ook ongeestelijk. Zij stelt de méns en zijn wederwaardigheden in het middelpunt. Het zal de christen nooit mogen gaan om beklag over zichzelf en over zijn situatie, maar om de klacht over de verlating van de HERE.
De Heilige Schrift spreekt over het lijden dan ook met ándere uitdrukkingen. We horen daarin over het lijden ‘voor Christus’ (Fil. 1:29), het lijden ‘voor het Koninkrijk Gods’ (1 Petr. 3:14), het ‘deel hebben aan het lijden van Christus’ (1 Petr. 4:13), het lijden ‘naar de wil van God’ (1 Petr. 4:19).
We moeten daarom onze ‘kerk-taal’ maar zuiver houden op dit punt. Verkeerd woordgebruik kan immers grote nadelige invloed hebben op den duur. Het brengt je in een ongeestelijk klimaat.
[1] Deze ‘medische weg’ staat dan in tegenstelling tot een ‘juridische weg’ (o.m. het gaan van een ‘kerkelijke weg’). Nu zal geen gereformeerde ontkennen dat de kerkelijke weg nodig is, maar toch is de gehele ‘aankleding’ vaak meer ‘medisch’ dan ‘juridisch’ van aard.
[2] Overgenomen uit: De Reformatie (61/11, dec. 1985), geschreven door C.J. Smelik.