Kruiswoorden (1)

Door: H. Plaggenmars

 

Voorafgaand aan het paasfeest gedenken wij het lijden en sterven van Christus, de Zoon van God.
In alle vier evangeliën treffen wij een vermelding  van de kruisiging. Een kleine opsomming daarvan:
– In Mattheüs, bijv. hoofdstuk 27:33-56
– In Marcus, bijv. hoofdstuk 15:21-44
– In Lucas, bijv. hoofdstuk 23:33-43
– In Johannes, bijv. hoofdstuk 19:17-30

Er zijn zeven zogenaamde kruiswoorden bekend. De kruiswoorden omvatten de woorden die vanaf het kruis door Christus gesproken zijn. Hij heeft vanaf het kruis de hoorders iets te zeggen. Openbaring zowel aan de wereld als aan de kerk, aldus ds. D.K. Wielenga.

Goed om met het oog op de bijzondere dagen rond Goede Vrijdag en Pasen kort stil te staan bij deze kruiswoorden.

 

Bijdrage in twee delen
De bijdrage over de kruiswoorden bestaat uit twee delen.  In het eerste deel wordt kort ingegaan op de omstandigheden of aanloop gevolgd door de eerste drie kruiswoorden. De overige kruiswoorden worden naar voren gehaald in de tweede bijdrage.

 

Aanloop
Vooraf iets over de achtgrond en de aanloop naar het moment van kruisigen.

De aanloop wordt gemarkeerd door de ‘gang’  van de Zoon van God van Gethsemané tot Golgotha.
Ook wel bekend als de zgn. Via Dolorosa, de lijdensweg.
Christus sprak al over Zijn kruisiging in de hof van Gethsemané. Een hof of tuin aan de voet van de olijfberg aan de noordoostzijde van Jeruzalem, Joh. 18:1.
Marcus getuigt hiervan in hoofdstuk 14 vers 41, daar lezen wij: “Zie, de Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen van zondaars”.
Dit sprak Hij nog voor Zijn gevangenneming. Het verraad door Judas en Zijn gevangenneming wordt gevolgd door het verhoor onder Annas die Hem op zijn beurt gebonden had naar Kajafas de Hogepriester, Joh. 18:24. Verhoor bij de Hogepriester Kajafas en het Sanhedrin, Matth. 26:57. Door de vergadering van het Sanhedrin wordt Christus des doods schuldig bevonden, zie Matth. 26:66. Simon Petrus verloochent hem tot drie keer toe, Joh. 18:27.

Vervolgens wordt Hij in boeien overgeleverd aan Pontius Pilatus de Stadhouder, Matth. 27:1.
De menigte kiest voor de loslating van Barrabas en de kruisiging van Christus, Matth. 27:11-27. Pilatus wast vervolgens zijn handen in onschuld en geeft Hem over om gekruisigd te worden, Matth. 27:24.

Een gang van veroordeling tot vervloeking. Leest u maar eens Deut. 21:22: “want een gehangene is Gode een vloek”.  In aanloop naar de Kruisiging de stad uit en buiten de poort naar Golgotha, Hebr. 13:12.  Golgotha of beter hoofdschedelplaats is de plaats van de kruisiging. Een heuvel die zijn naam dankt aan zijn eigenaardige vorm, de vorm van een schedel.

 

Over de kruiswoorden
Zoals genoemd is het de bedoeling om kort stil te staan bij de kruiswoorden. Hij heeft zijn hoorders iets te zeggen en niemand is beter om de kruisgeheimen te openbaren dan de Kruiseling zelf. Immers, Hij openbaart Zich door Zijn Woord voor zover dat nodig is, artikel 2 NGB.
Het zijn zeven kruiswoorden waarvan de eerste drie kruiswoorden in het bijzonder betrekking hebben op anderen. Op zijn vervolgers, een medegekruisigde en omstanders.

 

Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen (Luc. 23: 34).
Lucas 23:34: “En Jezus zeide: “Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. En zij wierpen het lot om zijn klederen te verdelen”.

Het tijdstip van het eerste kruiswoord valt ongeveer samen met de kruisiging zelf.
Moet u zich indenken: op de dwarsbalk en vastgeklonken met nagels door de handpalmen met die verschrikkelijke pijn tot gevolg (KV pag. 262). Een moment van de pijn in al haar felheid, aldus Greijdanus. En juist op dat moment bidt Hij om de vergeving voor wie Hem dat aandeden.
Dat is opmerkelijk aan het eerste kruiswoord wat tot ons komt. Het begint met de aanhef: Vader of “Pater” (Gr.). Een aanhef waarmee Hij Zijn Vader aanroept in die tedere verhouding tot Hem. Als Zijn Zoon roept Hij de Vader aan; “Vader, vergeef hun”.
Tegelijk is het goed om de veroordeling, zoals deze beschreven wordt in Lucas 22:70 in ogenschouw te nemen. Daar lezen wij over deze veroordeling, aldus:
“En zij zeiden allen: Zijt Gij dan de Zoon van God? Hij zeide tot hen: Gij zegt zelf dat Ik het ben”.
En juist door deze bevestiging en erkenning dat Hij is de Zoon van God, is hij veroordeeld. Zelfs veroordeeld als “des doods schuldig”, Matth. 26.

En wat is na deze veroordeling dan het eerste kruiswoord? Vader!
Dus niet een zelfhandhaving van een lasteraar zoals dit denkelijk voor de Joden het geval is.
Maar de kerk hoort hier vandaag de volkomen trouw van de Zoon aan Zijn Vader en aan Diens wil. Juist door handhaving tegen alle aanklachten en vonnissen in spreekt Hij: Ik ben de Zoon van de Vader (Joh. 17)!
En Hij bidt om vergeving. Het hier gebruikte woord duidt meer op loslaten (Hebr. 6:1).
Het moet en moest zijn een vrijwillig lijden voor het doel waartoe Hij hier naar de wereld is gekomen. En Hij is tegelijk onschuldig. Hij bidt immers niet om de vergeving voor Zichzelf. Nee, Hij bidt voor de vergeving van Zijn vijanden. Hij vraagt om lankmoedigheid aan de hoogste Rechter, verteer hen niet in Uw toorn. Geef de tijd nog tot bekering en vergeving opdat zij zich werkelijk zouden bekeren en Jezus gaan erkennen als de Messias.

 

Voorwaar Ik zeg u, heden zult gij met Mij in het paradijs zijn (Luc. 23: 43)
Lucas 23:42-43: “En Hij zeide: “Jezus, gedenk mijner, wanneer Gij in uw Koninkrijk komt. En Hij zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, heden zult u met mij in het paradijs zijn”.

Onschuldig en toch veroordeeld. En tegelijk ook vernederd als één van de drie misdadigers (Joh. 19:18). Eenzelfde vonnis, daar wijst Hij één van de misdadigers ook op in vers  40: Vreest zelfs gij God niet, nu gij hetzelfde vonnis ontvangen hebt! Deze uitspraak is een reactie op de spot van de ene misdadiger in vers 39. Terwijl de andere misdadiger de Messias Gods wel gelovig aanneemt!
Wel, want dat betekent heel wat! En dan vooral die andere misdadiger, hier de Christus die als misdadiger wordt gehoond en bespot, toch gelovig aannemen. Aannemen als zijnde onschuldig en tegelijk als zijnde de Koning der koningen.

Het tweede kruiswoord is als een verhoring van deze geloofsuitspraak. Dit kruiswoord begint met ‘Amen’ of Voorwaar. Hij spreekt met zekerheid maar ook vanuit de volmacht van God, zie ook HC zondag 52.
Hij spreekt Amen en het paradijs breekt open voor de zondaar, voor deze moordenaar aldus ds. M.J.C. Blok. Ondanks dat Hijzelf is aangeklaagd spreekt Hij als rechter één van de andere misdadigers vrij in de naam van God. Met de woorden van Openbaring 3:7: Hij opent en niemand sluit, Hij sluit en niemand opent.
Hij beschikt over de hemelse schatten en heerlijkheden. Heden zult u met Mij in het paradijs zijn. Dat is verzoening met God, dat is vrede door het bloed van het Kruis. Zoals we dat ook lezen in Johannes 20: ‘wie Hij de zonden kwijtscheldt, die zijn ze kwijtgescholden; wie Hij de zonden toerekent, die zijn ze toegerekend’.

 

Hij zeide tot Zijn moeder: ‘Vrouw zie uw Zoon’ en tot Zijn discipel: ‘Zie uw moeder’  (Joh. 19:27)
Johannes 19:26-27: “Toen dan Jezus zijn moeder zag en de discipel, die Hij liefhad, bij haar staande, zeide Hij tot Zijn moeder: Vrouw zie uw zoon. Daarna zeide Hij tot de discipel: Zie, uw moeder”.

Een menigte aan mensen stond bij het kruis. Een menigte, een volk. Dit lezen wij in Lucas 23:35 waar staat: “En het volk stond erbij en zag toe”.
En bij de beschrijving van het derde kruiswoord vermeldt Marcus in het bijzonder een groep van vele vrouwen, Marcus 15:41. En in het evangelie naar Johannes wordt bij het derde kruiswoord nadrukkelijk Zijn moeder samen met haar zusters genoemd, Johannes 19:25. Zo wordt bijvoorbeeld melding gemaakt van Maria de vrouw van Klopas en Salome de moeder van Johannes, vgl. Marcus 15:40. Niet alleen soldaten maar ook een volk, een menigte aan mensen en familie stonden erbij. En de spot en hoon was groot, Lucas 23:35!
En juist in dat lijden keert Hij zich niet van zijn omstanders af. Integendeel. Hij spreekt ze aan vanuit liefde en zorg. Bouma spreekt in zijn verklaring over een ‘roerende trek van kinderliefde bij de gekruisigde Heiland’. En tegelijkertijd wijst Hij ook in de richting van ambtsbediening boven kinderliefde.  Het kruiswoord begint met de aanspraak ‘vrouw’.  En zo stelt Hij de ambtsbediening bij het Kruis voorop en wordt de familieverhouding, de band op Johannes gelegd (vers 27).

 

Ogen gericht houden op de heilsbetekenis!
Het derde kruiswoord leert ons om de ogen gericht te blijven houden op de Christus der Schriften! Op de heilsbetekenis van het kruis. En ons niet te laten afleiden door de eenzijdige voorstelling van de menselijke kant. Zoals ook de aandacht voor de bloedband van  ‘zoon en moeder’. En tegelijk ook afzijdig te houden voor de aandacht aan de zgn. zwijgende moeder of mater dolorosa.
Nee, de bloedband is ondergeschikt aan de banden van de Heilige Geest (aldus ds. M.J.C. Blok).

Bij Goede Vrijdag gaan de gedachten terug naar het moment van de kruisiging.
Kruisiging, een ogenblik van groot lijden bij en door de Heiland der Schriften. En ondanks de felle pijn en lijden aan het Kruis getuigen die eerste kruiswoorden niet zozeer van treuren, gevoel, sentiment of klacht. Nee, integendeel. Zorgzaam en liefdevol gedacht Hij aan anderen, aan Zijn vervolgers, aan een gelovige misdadiger en aan Zijn moeder. Erkent dus HEM dus als de Christus der Schriften. Juist in de komende dagen.

Met Lucas 4:21, want: “Heden is deze Schrift in uw oren in vervulling gegaan” (HSV).

 

Bronnen
1. D.K. Wielenga, Het eerste kruiswoord,Rotterdam-c. 1973
2. M.J.C. Blok, Geopenbaarde Woord van Jezus Christus tot zijn moeder.
3.
S. Greijdanus, K. Verklaring der Heilige Schrift Lucas deel 2, Kampen vanaf p. 245
4. C. Bouma, K. Verklaring der Heilige Schrift naar Johannes deel 2, Kampen vanaf p. 178

image_pdfimage_print