Kerstgroet

We wensen de lezers van Semper Reformanda gezegende kerstdagen en Gods nabijheid in het nieuwe jaar! – Redactie

 

De wijzen

Hier zien wij de Wijzen van ’t Oosten gaan.
Zij zoeken een Koning, Zijn ster gaat vooraan.
Zij zoeken een Koning in ’s konings paleizen,
Maar God gaat een need’rige woning hun wijzen.

Want boven een stal staat de ster in rust.
Zij vinden een Kindje, in slaap gesust;
Gelegd in een kribbe, waar ’t vee  stond te eten,
De Spruite van David, verlaten, vergeten.

Hier zien zij een Koning in schamelheid,
In ’t stroo van de beesten terneergevlijd.
Eenvoudig en arm, in doeken gevonden,
De Armste der armen door hen bevonden.

Toch zien zij dit Kindje eerbiedig aan.
Zij blijven niet aarz’lend van verre staan.
Zij komen en knielen en off’ren hun schatten,
Ofschoon zij dit wonder van God niet bevatten.

Zij leggen hun gaven bij ’t Kindeke neer,
Aanbidden in Jezus hun Koning en Heer.
Hun Koning, omstraald door de lichtglans van boven,
Hun Heere, zij zien Hem, in zalig geloven.

 

H.A. t. H. -v. R.[1]

 

[1] Geschreven door mevr. H.A. ten Hove-van Raalte, overgenomen uit: De Reformatie, jaargang 22 (28 dec. 1946).