Kerk en krant (9)

Door: J. Bos

 

Het in ons vorige artikel genoemde streven van het ND kan met deze zin uit het boek Eigentijds en eigenzinnig[1] worden samengevat:

‘(…) hoe maken we het ND aantrekkelijker voor niet-vrijgemaakten zonder te tornen aan de eigenheid?’ (p. 106).

Over deze vraag werd door redactie en stichtingsbestuur intensief nagedacht.

Een en ander had met name betrekking op de kerkpagina. De meningen waren verdeeld.

‘Niet iedereen dacht gelijk: was het ND exclusief vrijgemaakt gereformeerd of niet?
De vanzelfsprekende houding tegenover de vrijgemaakt gereformeerde kerken was verleden tijd. Deze kerken werden onverminderd als ware kerken gezien, maar de houding van het ND werd breeduit bediscussieerd. (…)
In de groeiende ND-organisatie waren meer dan voorheen tegengestelde belangen en perspectieven ontstaan. Hiermee was een discussiecultuur ontstaan. Het eigen gelijk stond onverminderd overeind, maar de veranderingen op de kerkpagina moesten de krant toegankelijker maken voor andersdenkenden.’ (p. 107-108)

Als gevolg van de ontstane discussiecultuur kwamen ook de ingezonden brieven meer in het teken van debat te staan.

De meest prominente tegenstander van deze cultuur was prof. J. Kamphuis. Sinds 1956 was hij hoofdredacteur van het weekblad De Reformatie, en sinds 1972 eveneens vaste medewerker van het ND. In 1978 beëindigde hij dit medewerkerschap. De schermutselingen die daartoe hebben geleid worden door Van den Belt vrij uitgebreid beschreven. De kern ervan kan met de volgende citaten worden weergegeven.

‘Hij maakte zich zorgen over het ND. De koers ging in zijn ogen hoe langer hoe meer de verkeerde kant op. Met alle gevolgen van dien: door het onverantwoorde journalistieke werk van het ND verleerden de lezers ‘recht te spreken van de Here en van zijn werk in deze wereld’.’ (p 111)
‘De vrijgemaakt gereformeerde eensgezindheid was volgens Kamphuis voorgoed verleden tijd. De vrijgemaakte vrede had grofweg van 1968 tot 1978 bestaan.’ (p. 112)

Kamphuis wilde ook niet aanwezig zijn bij de eerstesteenlegging van het nieuwe ND-gebouw in september 1978.

‘Het gebrek aan een Bijbelvaste koers van de krant hield hem tegen. In Kamphuis’ ogen zaten openlijke discussies het leiding geven, wat hij van een vrijgemaakte krant verwachtte, in de weg. In zijn ogen behelsde waarachtige christelijke journalistiek een rechtlijnige Bijbelse koers. Te veel discussie leidde daarvan af. De ND-redactie daarentegen, De Vries voorop, wilde juist op zoek naar de beste Bijbelse argumenten. Niet louter leiding geven, maar wikken en wegen, hoor en wederhoor.’ (p. 113)

Uit de conclusie van Van den Belt halen we het volgende naar voren.

‘In de jaren zestig was de krant een verlengstuk geweest van de synode. Hierdoor was het ND exclusief vrijgemaakt. Dit karakter stond de eigen ambitie echter in de weg: een gereformeerde krant voor heel Nederland. Om deze ambitie waar te kunnen maken, vijlde de redactie de scherpe kantjes van de identiteit. Hiermee streek het ND tegen de haren in van prominente vrijgemaakten. Professor Jaap Kamphuis zag in die scherpe kantjes juist het bestaansrecht van de krant. Het dagblad stond voor de ware kerk of het was overbodig. De krant koos onder leiding van de nieuwe hoofdredacteur echter een eigen weg.’ (p. 148-149)

 

[1] Christoph van den Belt, Eigentijds en eigenzinnig, Een geschiedenis van het Nederlands Dagblad en het Reformatorisch Dagblad (1960-2000), Amsterdam, Prometheus, 2021