Kerk en krant (12)

Door: J. Bos

 

In dit artikel staan we kort stil naar aanleiding van de constatering die we in het vorige artikel citeerden uit Eigentijds en eigenzinnig[1]: ‘Nieuw was dat De Vries anno 1983 een uitgangspunt koos in de ethiek in plaats van in de kerk.’ Het heeft niet direct met het onderwerp ‘Kerk en krant’ te maken, maar het is ons inziens interessant genoeg om zijdelings even in te gaan op een overeenkomstigheid die hier valt waar te nemen in recentere kwesties.[2] We noemen daar enkele van, waarbij het telkens de keuze betreft voor een uitgangspunt dat ruimte biedt voor ‘bredere oriëntatie’ op kerkelijk gebied.

– De behandeling van het rapport van deputaten BBK door de GS Groningen 2014 van DGK. Ter tafel kwam een commissierapport met een voorstel voor een besluit, dat door de synode werd overgenomen. Het gaat ons nu niet om de inhoud van dat besluit als zodanig, maar om iets wat in grond 4 onder dat besluit staat:
‘In contacten met buitenlandse kerken die de Westminster Standards als belijdenisgeschriften hebben zal eerst en vooral duidelijk moeten worden of de kerkelijke praktijk overeenkomstig Gods Woord is. Bij positieve constatering hiervan is verder gesprek mogelijk over inhoudelijke verschillen tussen de onderscheiden belijdenissen. (…)’ (Acta, pag. 45)

Uit het verslag van de bespreking willen we het volgende naar voren halen:
‘Ook wijst het rapport van de commissie aan dat vanuit de praktijk zal blijken hoe het met de leer gesteld is. Hierbij wordt de zaak omgedraaid. Er is altijd gezegd: we moeten hetzelfde fundament hebben. En vanuit het fundament elkaar benaderen en kijken hoe de praktijk functioneert.’ (Acta, pag. 43)

Verder was er een tegenvoorstel, waarin onder meer de volgende gronden werden genoemd:
1. De kerkelijke grondslag van kerken die met elkaar een relatie aangaan, dient in alle onderdelen geheel in overeenstemming met de Heilige Schrift te zijn.
2. De belijdenis van kerken die met elkaar een relatie aangaan dient in alle onderdelen geheel in overeenstemming met de Heilige Schrift te zijn (ondertekeningsformulier voor predikanten). (Acta, pag. 44)

Het tegenvoorstel kwam echter te vervallen doordat het commissievoorstel eerst in stemming was gebracht en was aangenomen.

Het kan duidelijk zijn dat er op dit punt sprake was van een verschuiving van het uitgangspunt van ‘de leer’ naar ‘de kerkelijke praktijk’.

– In de artikelenserie ‘Groeiende verandering’ op deze website hebben we laten zien dat het uitgangspunt van beleid van DGK is verschoven van ‘het adres van de kerk’ naar ‘de katholiciteit van de kerk’. Deze ‘katholieke afslag’ kreeg een theologische onderbouwing in het ‘Gespreksdocument’ over de katholiciteit van de kerk. Ook daarover hebben we het nodige geschreven.[3]

– Uit de besprekingen tussen DGK en de GKN bleek dat de samensprekende deputaten hun uitgangspunt namen in een geestelijke eenheid die ze onderling ervaarden. Dit werd bekrachtigd door het formuleren van een ‘Vertrekpunt’ betreffende de geestelijke gezindheid. Gevolg hiervan was een verschuiving van ‘vrede door recht’ naar ‘vrede door gezindheid’. Meer daarover is op deze website te vinden in de artikelenserie ‘Deputatenbericht’.

De overeenkomstigheid van deze onderwerpen met de gang van zaken bij het ND ligt daarin dat er gekozen werd voor een uitgangspunt dat onvermijdelijk tot denominationalisme leidt. Een krant is ‘maar’ een krant en geen kerk, dus als voor het ND de keus al zo ingrijpend was, hoe veel te meer voor DGK.

 

[1] Christoph van den Belt, Eigentijds en eigenzinnig, Een geschiedenis van het Nederlands Dagblad en het Reformatorisch Dagblad (1960-2000), Amsterdam, Prometheus, 2021
[2] We gebruiken het woord ‘overeenkomstigheid’ om aan te geven dat het niet een directe ‘overeenkomst’ betreft.
[3] https://semper-reformanda.nl/wp-content/uploads/2020/05/Echt-katholiek.pdf

image_pdfimage_print