Kerk en krant (11)

Door: J. Bos

 

In de vorige aflevering van deze serie noemden we het plan van het ND voor het uitgeven van een A- en een B-editie. Dit is uiteindelijk niet doorgegaan, met name vanwege de bezwaren ertegen vanuit de vrijgemaakte lezerskring. De ontwikkelingen daaromtrent en de invloed van de discussies op het denken van de redactie over de identiteit van de krant worden in het boek Eigentijds en eigenzinnig[1] duidelijk beschreven.

De voornaamste reden voor het niet doorgaan van een B-editie was dat er binnen het ND een denkomslag gaande was, waar de meerderheid van de abonnees niet aan toe was. De redactie liep zogezegd te ver voor de troepen uit. Hoofdredacteur J.P. de Vries schreef enkele opiniestukken om de lezers ervan te overtuigen dat de krant de juiste koers volgde. Het belangrijkste artikel verscheen op 18 juni 1983, en was getiteld ‘Waar ligt het front?’ Volgens De Vries was toenadering nodig tot de gereformeerde gezindte en evangelische kringen, waarin hij medestanders van de vrijgemaakten zag. In plaats van ‘reformatorischen’ en ‘evangelischen’ te bestrijden, zou er samen met hen opgetrokken moeten worden tegen de alsmaar verder oprukkende ontkerstening van de samenleving.

‘Nieuw was dat De Vries anno 1983 een uitgangspunt koos in de ethiek in plaats van in de kerk. Hij waardeerde de Bijbelvastheid en de kritische houding tegenover maatschappelijke vraagstukken als abortus en euthanasie van gereformeerde en evangelische christenen. Hierom zag hij ze eerder als vrienden dan als vijanden. (…) De focus op theologische en kerkelijke verschillen binnen een orthodox kader was een luxe geweest die christenen zich hadden kunnen permitteren in een overwegend kerkelijk land. Nu (…) werd de erkenning van onderlinge overeenkomsten bittere noodzaak. Samen hadden protestantse groepen meer relevantie dan ieder voor zich.’ (p. 169)

Ds. P. van Gurp was in de Gereformeerde Kerkbode ook nu kritisch. Hij bleef wijzen op het absolute belang van de ware kerk. In Eigentijds en eigenzinnig wordt zijn reactie als volgt samengevat:

‘(…) dat het ND de kerk relativeerde, was slechts één vorm van secularisatie. Hiermee week de krant af van de ware kerk en was het geen haar beter dan mensen die op een andere manier Gods norm terzijde schoven. Het belang van de ware kerk was absoluut, alles wat ervan afweek fout. In de kerkstrijd had het ND eveneens absoluut gewicht toegekend aan de kerkkeus, maar intussen was De Vries anders gaan denken over de relatie tussen kerk en krant. Hij maakte onderscheid tussen verschillende gradaties van afwijkend denken: zo stonden evangelische christenen dichter bij de vrijgemaakt gereformeerden dan mensen die Gods bestaan ontkenden.’ (p. 168)

De leiding van het ND slaagde er niet in voldoende steun van de abonnees te verwerven voor de gewenste veranderingen. Daarom besloot men om pas op de plaats te maken wat betreft een B-editie. ‘De beleidsbepalers wilden ermee wachten totdat de vrijgemaakte lezers hier klaar voor waren’ (p. 169).

Ondertussen waren de discussies over de identiteit ook van invloed geweest op de verdere ontwikkeling van de opvattingen binnen de ND-redactie. Hoe langer hoe meer werd de vrijgemaakt gereformeerde identiteit prijsgegeven.

‘Mede door bovenstaand proces was het denken over de identiteit van het ND bij de redactie ingrijpend veranderd. De vrijgemaakt gereformeerde identiteit was niet langer vanzelfsprekend. De meesten bij de krant spanden zich in om de scherpe kantjes van de ND-identiteit af te slijpen, zodat een acceptabel minimum zou overblijven. Eerder, vooral in de jaren zestig, was het de vrijgemaakt gereformeerden van het ND juist te doen geweest om die scherpe randjes: anderen moesten koste wat kost overtuigd worden van hun kerkelijke gelijk. Die tijden waren voorbij. In de jaren tachtig ontstond een mentaliteit van zo min mogelijk aanstoot geven: een houding gekarakteriseerd door gestes en handreikingen.’ (p. 170)

Opvallend is de hierboven geciteerde zin: ‘Nieuw was dat De Vries anno 1983 een uitgangspunt koos in de ethiek in plaats van in de kerk.’ In het volgende artikel hopen we kort op een overeenkomstigheid met deze constatering in te gaan, zoals die valt waar te nemen in enkele kwesties van recentere datum.

 

[1] Christoph van den Belt, Eigentijds en eigenzinnig, Een geschiedenis van het Nederlands Dagblad en het Reformatorisch Dagblad (1960-2000), Amsterdam, Prometheus, 2021