Kerk en krant (10)

Door: J. Bos

 

In zijn conclusie aangaande de ontwikkelingen bij het Nederlands Dagblad in de jaren zeventig schrijft Christoph van den Belt onder meer[1]:

‘Het vrijgemaakte karakter was het ideaal, maar bleek eveneens een obstakel te kunnen zijn. Daarom werd een einde gemaakt aan het aloude onderscheid tussen echt kerknieuws en nieuws over zogenaamde kerken. (…) om daadwerkelijk aan te kunnen slaan, moest de krant aantrekkelijker worden voor niet-vrijgemaakten. Daarom werd de ware kerk in de krant gerelativeerd, al werd achter de schermen het eigen gelijk onverminderd gekoesterd.’ (p. 149)

In de jaren tachtig werd in deze lijn doorgewerkt. Ondanks de bewering van hoofdredacteur De Vries dat er geen sprake was van koersverbreding, was dit wel degelijk het geval. De krant dankte haar bestaan aan de doorgaande reformatie, waarin de kerkkeuze gevolgen had voor alle terreinen van het maatschappelijk leven. Daarvan nam De Vries langzamerhand afstand.

‘De eigen kerk bleef de ware kerk, maar de samenwerking met een partij als de RPF was geen breekpunt meer. Alle gereformeerden moesten, zo vervolgde De Vries, zich uiteindelijk bij deze kerk voegen, maar in afwachting daarvan konden mensen uit verschillende kerkverbanden op maatschappelijk terrein gerust de handen ineenslaan.’ (p. 156)

Om de krant aantrekkelijker te maken voor niet-vrijgemaakten kwam er op een gegeven moment een plan om de krant in twee edities uit te geven: een A-editie en een B-editie. De eerste zou dan kerknieuws en opinie voor vrijgemaakt gereformeerden bevatten, de tweede kerknieuws en opinie voor lezers uit andere kerkverbanden. De verdere inhoud van de edities zou identiek zijn. Dit plan werd intern uitgebreid bediscussieerd, hetgeen op zich een interessante geschiedenis is om te lezen.

Evenals prof. J. Kamphuis 2) was ds. P. van Gurp er fel op tegen dat de koers van het ND gewijzigd werd. Hij schreef er vanaf mei 1982 kritisch over in de Gereformeerde Kerkbode, waarvan hij sinds december 1981 redacteur was.

‘Het dagblad weigerde in zijn ogen profetisch te spreken. De krant wilde volgens hem opereren binnen de gereformeerde oecumene: ze zocht de verbinding met andere gereformeerden, terwijl het onderscheid juist van belang was. Dat onderscheid  kwam volgens Van Gurp tot uiting bij de kerk. De kerk moest in de hele krant centraal staan. ‘Dat was de koers. Die koers is nog steeds broodnodig.’ Het ND verlegde volgens hem die koers, door niet-vrijgemaakte auteurs aan het woord te laten. Het dagblad moest oproepen tot reformatie en dat kon niet met mensen die de verkeerde kerkkeus hadden gemaakt. Door wel met hen samen te werken, werd de kerkkeus juist gerelativeerd. Voor Van Gurp was het helder: de krant was ontstaan dankzij de ware kerk en de krant mocht niet ophouden te wijzen op het belang van de kerk. Hij zette stevig in op de doorgaande reformatie.’ (p. 165)

Naar aanleiding van de plannen voor een A- en een B-editie werd er begin september 1982 een gesprek gevoerd tussen de leiding van het ND en ds. Van Gurp met zijn medestander prof. D. Deddens. Prof. Kamphuis, die ook zou deelnemen, was verhinderd. De opvattingen van de gesprekspartners, die dus allen vrijgemaakt gereformeerd waren, bleken sterk uiteen te lopen.

Het ND wilde aan de hand van de gereformeerde boodschap in gesprek met een brede(re) groep christenen, terwijl Van Gurp en Deddens van het dagblad een compromisloos gereformeerd geluid verwachtten, zoals dat in het verleden had geklonken.’ (p. 166)

Ook na het gesprek bleven ds. Van Gurp en De Vries strijden via artikelen in de Gereformeerde Kerkbode respectievelijk het ND. De standpunten lagen echter zo ver uit elkaar dat het onmogelijk was overeenstemming te bereiken. Vanaf december 1982 werden de stukken van ds. Van Gurp door het ND genegeerd. Er werd dus niet meer naar hem geluisterd, zoals eerder ook niet meer naar prof. Kamphuis.[2] In Eigentijds en eigenzinnig wordt dit gezien als illustratie daarvan ‘dat de krant zich een eigen positie verschafte ten opzichte van kerkleiders in eigen kring’. Ons inziens komt een diepere oorzaak naar voren in de volgende constatering aangaande de ‘kerkleiders’:

‘De kern van hun pleidooi bestond uit de doorgaande reformatie, een begrip dat bij het ND langzaam maar zeker naar de achtergrond verdween.’ (p. 166)

 

[1] Christoph van den Belt, Eigentijds en eigenzinnig, Een geschiedenis van het Nederlands Dagblad en het Reformatorisch Dagblad (1960-2000), Amsterdam, Prometheus, 2021
[2] https://semper-reformanda.nl/kerk-en-krant-9/

image_pdfimage_print