Vandaag deel 3 uit de serie ‘kerkgeschiedenis voor de jeugd’.
Door: E.T. Smith-Teunis
We hebben het de vorige keer gehad over vervolgingen van christenen in het Romeinse rijk. Veel keizers haten de christenen. Daardoor stierven velen als martelaar. Wat is er veel door hen geleden! De Heere gaf hen kracht en moed en hield hen vast in alle moeiten. Hij is sterker dan de dood. Vandaag gaan we gaan het hebben over keizer Constantijn. Tijdens zijn regering verandert er veel voor christenen.
Constantijn
Het Romeinse rijk heeft inmiddels drie keizers. Dat komt omdat keizer Diocletianus drie keizers gevraagd heeft om hem te helpen met regeren. Dat is nog steeds zo als Constantijn, na de dood van zijn vader, door het leger als keizer wordt uitgeroepen. Constantijn is nu keizer in het westelijke deel van het Romeinse rijk, in Gallië, dat is het tegenwoordige Frankrijk.
In Rome en Noord-Afrika wordt Maxentius keizer. Hij haat de christenen en is een felle vervolger. Deze twee keizers gaan oorlog met elkaar voeren.
Hoc Vince
Het is in het jaar 312 dat Constantijn met zijn leger helemaal over de Alpen trekt naar Rome. Dat was een gevaarlijke tocht over steile en rotsachtige bergen en diepe afgronden. Eindelijk komen ze bij Rome aan.
Er hangt veel af van de strijd van morgen.
Wie zal er winnen en wie verliezen?
Het leger van Maxentius is drie keer zo groot. De slag lijkt van te voren al beslist. Toch is dat niet zo. De avond voor de strijd begint is Constantijn alleen bij de rivier de Tiber. Hij loopt te denken aan de strijd die de volgende dag zal beginnen.
Wie zal hem helpen?
De goden?
Hij weet wel beter. Zijn moeder is een christin en zijn vader was altijd goed geweest voor de christenen in zijn rijk.
Diep in gedachten staat hij daar. Plotseling ziet hij in het licht van de ondergaande zon, een bijzonder teken, een kruis, met daarboven de woorden “Hoc Vince”. Dat betekent: overwin hierdoor.
Dezelfde nacht krijgt hij een droom. Constantijn vertelt later dat Christus hem in deze droom verteld heeft dat hij van het kruis een afbeelding moet maken. Het kruis moet het veldteken worden voor zijn leger. Nog voordat de strijd de volgende dag begint laat Constantijn op alle helmen, schilden en vaandels een kruis maken.
Dan begint de strijd. De soldaten van Maxentius denken dat ze het kleine leger van Constantijn wel kunnen verslaan. Maar de soldaten van Constantijn vechten dapper terug. Ze voelen zich sterk en……. winnen. Het leger van Maxentius slaat op de vlucht. Ze moeten over de rivier de Tiber in Rome heen. Maxentius valt daar in het water en verdrinkt.
Constantijn trekt zegevierend Rome binnen. Toch gaat hij niet in Rome wonen. Hij laat een nieuwe stad bouwen, Constantinopel. Daar gaat hij wonen.
Rust voor de christenen
In het oosten regeert keizer Licinius, de zwager van Constantijn. Met hem sluit Constantijn een verbond en zo komt er een einde aan de vervolgingen van de christenen.
In het jaar 313 nemen ze samen het besluit van Milaan. Hierin staat dat de kerk vrij is, mensen mogen geloven! Ook moeten al de huizen, landerijen, goud en andere dingen die van de christenen afgepakt waren, teruggegeven of vergoed worden. De kerk is nu gelijk aan de heidense godsdienst.
Al snel breekt Licinius zijn woord en gaat de christenen toch weer vervolgen. Dat vind Constantijn niet goed. Zo komt er oorlog. Het wordt een zware strijd die Constantijn wint. Licinius wordt gevangen genomen en later gedood. Nu is Constantijn keizer over het hele Romeinse rijk.
Aan de vervolgingen van de christenen is na bijna 300 jaar een einde gekomen.
De Here heeft Zijn kerk bewaard. De Here gaf Zijn kerk de kracht om staande te blijven. Nu krijgt de kerk rust. Nu kunnen de mensen eindelijk gewoon naar de kerk en rustig luisteren naar de preek. Als je christen bent kun je nu zelfs ook een belangrijke baan krijgen, bijvoorbeeld stadhouder of legerofficier.
Christenen hebben nu godsdienstvrijheid en de zondag wordt een rustdag. Zo krijgt de kerk ruimte om te bloeien en komen er steeds meer mensen die christen worden.
Constantijn wil een band tussen kerk en rijk. Hij laat zelfs prachtige kerken bouwen. Toch laat Constantijn zich nog niet dopen. Dat doet hij pas als hij in het jaar 337 op zijn sterfbed ligt. Hij denkt dat door de doop al zijn oude zonden vergeven worden. Wij mogen weten dat de doop een teken en zegel is van Gods verbond en dat we ons dagelijks moeten bekeren.