Het lichaam toebereid

Onderstaande Schriftoverdenking is van de hand van ds. E.T. van den Born.[1]


Lucas 2: 7a, Hebreeën 10: 5-7

 

Het is vandaag Kerstfeest. Wij kunnen dit feest alleen vieren als wij gelovig lezen en bewaren wat van hem geschreven staat.

In de kribbe ligt het heilig Kind Jezus, in de wereld gebracht door Zijn Vader, in de wereld gekomen naar Zijn wil. Hij is de Zoon van God, maar ook de Zoon van David, en als zodanig de wettige erfgenaam van Davids troon, die wel in het slijk vertreden is, maar naar Gods verbond met David “heerlijk pralen zal, zo duurzaam als de zon, zo glansrijk als haar stralen”. En naar het woord van de engel tot Maria gesproken, zal het heilig Kind Jezus die wondere troon van David ontvangen en heersen tot in eeuwigheid. En van dit heilig Kind Jezus lezen wij in Hebreeën 10, dat Hij bij Zijn komst in de wereld gezegd heeft: “Slachtoffer en offergave hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij een lichaam bereid”.

Dat brengt ons van Hebreeën 10 naar psalm 40, waar David zo spreekt. Hij spreekt in psalm 40 van het grote wonder, dat God aan Hem gedaan heeft. De Here heeft Hem geopende oren gegeven om de boekrol te kunnen lezen en uit te voeren tot heil van Israël. Door het geven van geopende oren kan David het regiment voeren over Gods volk, kan hij èn zichzelf èn zijn volk binden aan de wet van God, kan hij met zijn volk ter overwinning uittrekken, omdat God Hem de overwinning geeft. Door dit wonder van te horen èn te gehoorzamen kan Gods koninkrijk worden opgericht, en de macht van de zonde worden gebroken.

Maar hoewel David geopende oren heeft ontvangen om de boekrol te horen, kan hij toch zijn volk niet onbevlekt in het eeuwige leven stellen. Want David en Davids volk moeten toch sterven vanwege hun zonden. Het wonder dat God aan David heeft gedaan, kwam op uit geschonken gerechtigheid. Maar op het Kerstfeest heeft de Here door de Heilige Geest een nog veel groter wonder gewerkt. Hij heeft Zijn Zoon in de wereld gebracht door de Heilige Geest in ware gerechtigheid en heiligheid om zó toegerust, als de Christus over Gods volk te regeren, het te brengen onder de paradijswet en het te geven een paradijshart om Gods wil volmaakt te doen.

God heeft Hem oren gegeven om te horen, wat in de boekrol van Hem geschreven staat, namelijk gerechtigheid te verwerven bij God, zodat de Here Hem de overwinning geeft over zijn en onze vijanden, en Hij ontvangt alle macht in hemel en op aarde. Het heilig Kind Jezus is een en al oor om te horen en te gehoorzamen; om te horen, wat nog niemand gehoord heeft- Zijn kruis- en te gehoorzamen, zoals nog niemand gehoorzaam is geworden- tot het verkrijgen van eigen gerechtigheid. Zo kan Hij nu de Schriften vervullen en voor God Zijn Vader een koninkrijk van priesters heiligen.

[1] Overgenomen en licht gemoderniseerd uit: ds. E.T. van den Born, Gedenkt en Geloof (Groningen: Uitgeverij ‘De Vuurbaak’).