Onderstaande Schriftoverdenking is van de hand van ds. E. Th. van den Born (1900-1982).[1]
Geef het heilige niet aan de honden, en werp uw parels niet voor de zwijnen, opdat die ze niet op enig moment met hun poten vertrappen, zich omkeren en u verscheuren.~ Matth. 7:6
Wanneer de Heiland toegekomen is aan Mattheüs 7 begint Hij de slotopmerkingen van Zijn bergrede. Hij heeft dan als het ware een kring om Zijn discipelen getrokken en gezegd, dat binnen deze kring, waar zij nu staan, God heerst als Opperheer. Hier is nu de machtssfeer en het rijksgebied van het koninkrijk van God. Het heeft een eigen levensbeginsel (van boven), eigen geboden (uit de hemel), en zo ook een eigen levensopbouw (dat wat in den beginne was). En dit rijksgebied met eigen rijksgeboden, waar de troon van de Heere weer staat, heeft niets te maken met dat andere rijksgebied, de wereld, waar de troon van Satan is. En de geboden van dit koninkrijk van God, waardoor in zijn machtssfeer het leven weer gezond en de levensverhoudingen weer goed worden, dat is het ‘heilige’, dat alleen in deze kring thuishoort, en dat zijn de parels, die in deze kring het kostbaarste bezit zijn.
En hoe overwint nu dit Koninkrijk van God de wereld? Welke werkmethode heeft dit Koninkrijk? Het overwint eerst de mens door zijn geestelijke krachten, de mens uit dat andere rijksgebied, de wereld. Daarna wordt zulk een overwonnen mens in het rijksgebied van het Koninkrijk gezet, en daar beladen met de geboden van dit Koninkrijk, om op die manier met dankbaarheid aan God voor Zijn verlossing te leven. Hij kan nu beladen worden, want hij heeft beleden: God heb ik lief. En zo breidt dit Koninkrijk zich uit en wordt zijn rijksgebied steeds groter en openbaart het zijn glorie in deze wereld. En naar deze werkmethode zal het de wereld overwinnen.
En nu zit in dit koninkrijk van God, dat op deze manier zijn machtssfeer dagelijks uitbreidt, een groeiend conflict met het andere rijksgebied, de wereld. Het ene levensbeginsel, uit de hemel, verdraagt zich niet met het andere, uit de hel. Maar door zijn eigen werkmethode houdt het Koninkrijk van God het conflict zuiver. Immers, als het nu tot een botsing komt tussen deze twee gebieden, dan is de oorzaak van het conflict Jezus Christus. Want de wereld krijgt nu te doen met mensen, die het leven geheel anders aanpakken, die een geheel andere levensopenbaring hebben, en door die mensen leert zij Christus kennen, Christus, als de steen des aanstoots tussen Koninkrijk van God en wereld.
En nu moet men zich aan deze werkmethode van het Koninkrijk van God houden, als men het conflict zuiver wil houden. Tast men deze werkmethode zelf aan, dan krijgt men wel conflicten, maar niet het conflict: Jezus Christus. En de werkmethode van het koninkrijk van God aantasten gebeurt, wanneer men het heilige aan de honden geeft en de parels voor de zwijnen werpt. Wanneer men dus de geboden van binnen de kring van het Koninkrijk buiten zijn kring uitdraagt, en daar bekend maakt, en tracht op te leggen. Men kan dit doen om zo ook buiten de kring van het Koninkrijk het leven gezond te maken, en het zijn glans weer te geven. En als nu bijv. de Wereldraad van Kerken oproept om de vrede tussen de volkeren te bevorderen, dan roept hij op, om de geboden van het Koninkrijk van God buiten zijn machtssfeer uit te dragen. Hij kan dit doen met de beste bedoelingen, om de heerlijkheid van het Koninkrijk ook in de internationale verhoudingen te laten doorbreken. Maar hij vergeet nu, dat hij in strijd gekomen is met de werkmethode van het Koninkrijk zelf. En het gevaar is, dat men zich juist tegen deze Wereldraad van Kerken zich zal keren. En als men zich erover verbaast, hoe het mogelijk is, dan is dat dezelfde verbazing van iemand, die bezig was parels voor de zwijnen te werpen, en nu niet begrijpt, dat die beesten op het afkomen.
Het heilige aan de honden geven en de parels voor de zwijnen werpen is ten diepste streven naar een verkeerde machtsontplooiing van het Koninkrijk van God. Men is diep onder de indruk gekomen van de klacht, dat dit Koninkrijk niets veranderd heeft in de wereld, dat het Christendom een fiasco is. En nu wil men harder gaan werken, om iets van dit Koninkrijk van God aan de wereld te zien te geven. En men vergrijpt zich aan de werkmethode zelf: eerst voor het koninkrijk winnen en dan de geboden van het koninkrijk opleggen, gelovende, dat zó de wereld wordt overwonnen.
En straks zal men verbaasd staan, dat men zich tegen hen keert. Maar de Heiland heeft ons reeds gewaarschuwd om de gebieden van het Koninkrijk van God en wereld zuiver te scheiden om op die manier het conflict, dat er wezenlijk is, en dat straks ook uitbreken zal, zuiver te houden. De waarschuwing is om onszelf niet in gevaar te brengen door onzuivere conflicten, waarbij wij niet eens kunnen zeggen, dat de smaadheid van Christus op ons gekomen is.
De grote vraag van onze tijd is, zullen wij blijven bij de werkmethode van het Koninkrijk van God. Ook deze werkmethode is ergernis en dwaasheid. Wij geloven in de triomf van het Koninkrijk van God.
Houd het conflict zuiver.
[1] Overgenomen en licht gemoderniseerd uit: E.Th. van den Born, Van Souvereine Liefde (Goes: Oosterbaan & Le Cointre, z.j.).