Geloofsrust

Vandaag aflevering 24 in de rubriek ‘Genade geneest’.

 


 

Geloofsrust is een heerlijk en begeerlijk goed. Vooral in onze dagen, nu er zoveel op losse schroeven staat.

Wie de geloofstaal van de apostel Paulus kan naspreken: ik ben verzekerd, dat niets mij kan scheiden van de liefde van God in Jezus Christus onze Heere, wie dat kan zeggen, is een gelukkig, begenadigd en benijdenswaardig mens. Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Wie, zo vraagt de apostel, zal beschuldiging in brengen tegen de uitverkorenen van God? God is het, die rechtvaardigt, wie is het dan die verdoemt? En dan noemt de apostel enkele dingen, waarmee mensen en duivelen proberen de gelovigen van Christus af te trekken: verdrukking omwille van het geloof, vervolging omdat wij vasthouden aan Christus alleen, honger en naaktheid, gebrek aan het nodige voedsel en de nodige kledij, gevaar of zwaard, de dood die ons grijpt. Waarlijk geen dingen, waarmee wij de spot zouden mogen drijven.

Maar door de liefde van Christus worden wij gesterkt en bewaard. Dat de gelovigen op bange dagen moeten rekenen, leert de apostel als hij het Schriftwoord aanhaalt: om Uwentwil worden wij de ganse dag gedood, wij zijn geacht als schapen ter slachting. En hoe zullen de gelovigen onder dit alles zijn? Zullen zij in hun angst en omringd door tegenspoed bezwijken? Dan de wereld maar wat toegeven? Hier wat en daar wat afdoen van de eis van Gods Woord, van de rijkdom van het éne ware Evangelie van Jezus Christus? Zullen ze het Woord van God door de omstandigheden laten verkleinen en beperken in zijn eis? Dit gebeurde helaas steeds weer en gebeurt gedurig en wij lopen altijd gevaar, terwille van rust en gemak zo te doen.

Of zullen we het rustig in Gods hand geven? Ja, dan wordt het hart echt rustig. Als wij op het Woord de hand leggen, aan de belofte vasthouden, op de Heere vertrouwen.

Immers, alle angst – hoe menselijk en begrijpelijk – is toch totaal overbodig. Moedigheid op de wegen in de strijd van het geloof wordt niet beschaamd. Want wij mogen toch met Paulus getuigen, dat wij overwinnaars zijn, ja, meer dan overwinnaars. Omdat wij verzekerd zijn van de liefde Gods.

Het is wel voorstelbaar, dat het hart wel eens bewogen wordt door allerlei levensomstandigheden en dat het dan wel eens kan stormen daarbinnen. Als het ons tegen zit. Als er droefheid komt. Als de dood een man of vrouw wegneemt, aan wie wij door hartelijke liefde verbonden waren. Als we misschien maanden of zelfs jaren aan het ziekbed gebonden zijn. Of nog zoveel meer. Een ieder voelt zijn eigen smart het meest en het pijnlijkst. We moeten niet licht denken en praten over verdriet, de smart, die onze broeders en zuster treffen. Dat gebeurt helaas nog weleens. Totdat men zelf in zulke omstandigheden komt.

Maar – laten we dit nooit vergeten – rust in alle dingen is er door het geloof. De Heere zegt ons zulke heerlijke dingen toe. Voor de toekomst, ja, maar ook voor het heden. Hij schenkt ons Zijn gemeenschap. Hij vergeeft ons onze zonden. Hij geeft tot dragen kracht.

Hij geeft zoveel. En Hij stelt nooit teleur. Als wij maar ons aan Hem toevertrouwen in alle wederwaardigheden. Dan vindt het hart rust. Rust, omdat we geloven in Hem, die door Christus onze Vader geworden is. En er is op aarde geen vader, die bij Hem, en geen vaderliefde, die bij Zijn liefde kan worden vergeleken. En ook als ons leven zwaar is, is het een troost, dat Hij het doet, Hij, onze Vader, Hij in Zijn liefde.

Geloofsrust. Dan kunnen wij zeggen met de psalmdichter: Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God. Van Hem is mijn heil.

 

image_pdfimage_print