Evangelieverkondiging bij Kerst

Door: Hendri Plaggenmars

 

Het jaarlijkse kerstfeest staat voor de deur. Een aantal dagen waarin de dagelijkse werkzaamheden worden losgelaten. En tegelijk een aantal dagen die in onze tijd worden bepaald door donkere dagen met aandacht voor licht, gezelligheid en veel eten en drinken.
Een gezelligheidsfeest wat maar gauw ten koste gaat van de rechte eerbied en ontzag voor Gods Woord (vergelijk Hebr. 12:28).

 

Duisternis van deze tijd
Kerstfeest met accent op gezelligheid in de wereld om ons heen kan ten koste gaan van de eenvoudige prediking van het Evangelie.
In deze tijd zien we dat ook terug in een minder aantal kerkdiensten, het terugnemend bezoek van de kerkdiensten of een andere invulling daarvan. Zoals een kerstviering met het accent op samenzijn, vaak ten koste van de verkondiging van het Evangelie zelf.

En dat is weliswaar een brede ontwikkeling waar meer over te noemen is. Maar feit is wel dat we in deze donkere dagen op onze hoede moeten zijn voor de gevaren van onze tijd. Zoals Paulus dat ook verwoordt in Ef. 6:12: “Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten”.
Dus actief strijd voeren tegen de duisternis van deze tijd. En wanneer in dit verband wordt gesproken over strijd kan dit ook worden weergegeven met ‘worstelen’ of ‘worsteling’. Volgens Greijdanus is bedoeld een geloofsstrijd, een persoonlijke kampstrijd op leven en dood (vergelijk ook 1 Kor. 15:50 en Korte Verklaring, p. 131).
En duisternis wordt hier voorgesteld als de macht van de boze. Dus de gehele wereld die in het boze ligt, zie ook 1 Joh. 5:19 en Luc. 4:6. Duisternis is dus ook het wandelen in deze wereld zonder het kompas van het Evangelie en, zoals Greijdanus dat noemt, zonder het licht van Gods kennis, heerlijkheid en vrede.

 

Onmisbaar
In Zondag 31 van de Heidelbergse Catechismus wordt de verkondiging van het evangelie in verband gebracht met de sleutels van het koninkrijk der hemelen. Zoals de apostel Paulus dat onder woorden brengt in 1 Kor. 1:21, waar staat: “Want omdat, in de wijsheid van God, de wereld door haar wijsheid God niet heeft leren kennen, heeft het God behaagd door de dwaasheid van de prediking zalig te maken hen die geloven“.

Prediking kan in dit verband ook vertaald worden met ‘openbare bekendmaking’ of ‘proclamatie’. In het bijzonder de prediking van de gekruisigde Christus als de redding voor degenen die geloven (zie ook Matth. 12:41 en Luc. 11:32). Holwerda brengt dit in zijn uitleg bij HC Zondag 31 als volgt onder woorden: “Wij belijden hier, dat de Kerk met het gezag van Christus zelf vonnis spreekt in de wereld. En naar dat getuigenis zal God eenmaal richtten op de jongste dag”. De evangelieverkondiging is van onmisbare waarde, ook bij de rechte viering van Kerst.

 

Eerste vermelding in het Evangelie naar Mattheüs
Twee van de vier evangeliën bevatten een vermelding van de geboorte van Jezus Christus in Bethlehem, in Judea. Mattheüs en Lucas. Mattheüs’ evangelie maakt bij de beschrijving van het geslachtsregister al melding van de geboorte van de Heiland in deze wereld.
Terecht heeft de Statenvertaling bij het eerste vers van het geslachtsregister: “Het boek des geslachts”. De eigenlijke tekst heeft hier het woord biblos, wat ‘boek’ betekent. De beschrijving van het geslachtsregister bepaalt ook het eigen karakter van het verslag, namelijk de Christusprediking aan de Joodse volksgenoten (Ridderbos, Korte Verklaring, p. 14 en 19).

Met de melding van de geboorte van Jezus Christus is de grote lijn van de heilshistorie doorgetrokken, wat in overeenstemming is met de verwachting van het Joodse volk aangaande de komst van de Messias.
Met een lange rij van namen eindigt het geslachtsregister in vers 16 met de volgende woorden: “Jakob verwekte Jozef, de man van Maria, uit wie geboren is Jezus, Die Christus genoemd wordt”.
Mattheüs voegt bij het geslacht van Jozef eraan toe: “de man van Maria”. Jozef wordt hier eerst genoemd. Hij is als de man van Maria de vertegenwoordiger van Davids huis (zie in dit verband ook Rom. 1:3). Jezus werd aan Jozef als zoon geschonken, in welke zin Jezus Abrahams zaad en Davids zoon zou zijn. Niet verwekt, zoals dat bij het voorafgaande deel van de geslachtsregister wordt vertaald, maar geboren.

 

Uitgebreide vermelding in het evangelie naar Lucas
Een uitgebreide vermelding van de komst van de Heiland treffen we in het Bijbelboek Lucas.
Van Lucas zelf is te lezen dat hij een geneesheer was (zie Kol. 4:14: “Lucas, de arts, de geliefde, groet u”). Uit Hand. 16:10-11 blijkt dat hij met de apostel Paulus is meegegaan naar Filippi. Zoals Apostel Paulus hier zelf getuigenis van aflegt in 2 Tim. 4:11, waarin hij zegt: “Alleen Lukas is bij mij”. Lucas was zelfs aanwezig bij de gevangenschap van Paulus (zie Fil. 24).

Lucas doet nauwkeurig verslag van wat oor- en ooggetuigen van de Heiland en Zijn optreden hebben aanschouwd. In Luc. 1:1-2 staat immers: “Aangezien velen ter hand genomen hebben een verslag op te stellen van de dingen die onder ons volkomen zekerheid hebben, zoals zij die van het begin af ooggetuigen en dienaren van het Woord zijn geweest, aan ons overgeleverd hebben”.
Het evangelie naar Lucas bevat dus een nauwkeurig verslag. Het hier gebruikte woord kan ook uitgelegd worden als ‘nauwgezet’ of ‘zeer goed’ (zie in dit verband ook Matth. 2:8 en Hand. 18:25).
Een verslag dat in het bijzonder bestemd is voor de hooggeachte Theofilus. Dus aan hem heeft Lucas alles geordend en op volgorde op Schrift gesteld. Zoals Lucas hiervan zelf melding maakt in Luc. 1:3 waarin hij vervolgt: “heeft het ook mij goedgedacht, na alles van te voren af aan nauwkeurig onderzocht te hebben, het geordend voor u te beschrijven”. Geordend en op volgorde. Zoals beschreven is in het boek, het evangelie, is er werkelijk gehandeld en is het werkelijk geschied. Lucas 2:1 begint dan ook met “En het geschiedde in die dagen”. Het is werkelijk geschied en alles is nauwkeurig onderzocht. Lucas verzekert de lezers ook nadrukkelijk over de waarheid ervan in Hand. 1:1: “Over alles wat Jezus begonnen is te doen en te onderwijzen”.

 

Slot
Juist in deze tijd waarin het accent bij de hedendaagse kerstviering vooral ligt bij gezelligheid en licht is het zo belangrijk om vast te houden aan de eenvoudige verkondiging van het evangelie. Om ons te stellen onder het ware Licht van het evangelie. Zeker als het gaat om de komst van de Messias, de Redder, Abrahams zaad en Davids Zoon. De komst van het Licht in deze wereld zoals Johannes van Hem getuigd in hoofdstuk 1 en 12. Zoals in Joh. 12:46, waar staat: “Ik ben een licht, in de wereld gekomen opdat ieder die in Mij gelooft, niet in de duisternis blijft.”

Laten we in de komende dagen rond het Kerstfeest vasthouden aan de verkondiging van het evangelie met de woorden van Hebr. 12:28: “Laten wij daarom, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk ontvangen, aan de genade vasthouden en daardoor God dienen op een Hem welgevallige wijze, met eerbied en ontzag”.

image_pdfimage_print