Een levensstijl

Onderstaande Schriftoverdenking is van de hand van ds. E. Th. van den Born (1900-1982).[1]


Alleen, zie, dit heb ik gevonden: dat God de mens oprecht gemaakt heeft, maar zij hebben vele uitvluchten gezocht. ~ Pred. 7:29

 

God heeft de mens oprecht gemaakt. Wat wil de prediker hiermee zeggen? Wil hij spreken over de rechts-staat van de mens of over het recht-zijn van de mens als oorspronkelijke gave van God? Blijkbaar over het laatste. De mens is “van huis uit” – komt hij niet uit het paradijs? – recht in de zin van een eenvoudig, niet gecompliceerd; al zijn woorden en daden zijn te herleiden tot eigenlijk één woord en één daad – de glorie van God. Indien u de wet van God kent, moet die paradijs-mens voor u geheel doorzichtig worden, moet hij voor u één levensstijl vertonen, zodat u hem volgen kunt op al zijn levenswegen, morgen en overmorgen, tot aan het einde toe – de éne wet van God brengt hem tot één levensstijl. Zo is er niets gecompliceerd aan deze paradijs-mens, zijn hart is ongedeeld, hij is altijd dezelfde, indien u zijn levenswet weet – de wet van God – u kunt in hem lezen als in een open boek, u kunt zijn gang en treden van te voren reeds weten, u kunt op hem aan, want hij is “oprecht tot Gods dienst genegen”. Met deze paradijsmens is omgang mogelijk om tezamen tot opbouw te komen. Met andere woorden, van de mens mag u – zodra u let op de “plaats” vanwaar hij komt – verwachten, dat hij, wat hij vandaag goed noemt, morgen en overmorgen ook goed noemt, en wat hij nu verkeerd vindt, straks ook nog verkeerd vindt; als hij vandaag zegt: ik ben tegen u, hij morgen nog uw tegenstander is, en omgekeerd, etc. De wet Gods is eenvoudig, in het vele steeds het éne aanwijzend, goed of kwaad, en de mens is eenvoudig, hij moet “van huis uit” het vele steeds weer herleiden tot het ene, is het goed of kwaad, hij moet doorzichtig blijven, omdat de wet inzicht geeft; God mag van de mens één  levensstijl vragen, omdat God één is en de wet van God ook.

Maar nu de klacht van de prediker. Zij hebben vele uitvluchten gezocht. U zult niet vinden de éne levensstijl uit de éne wet van God, maar de vele levensstijlen naar de vele belangen onder de mensen. En dan nog niet zo, dat ieder op zich zelf een eigen stijl vertoont, en zo toch weer doorzichtig wordt, als u zijn levensbeginsel maar kent, maar zo dat ieder verschillende “stijlen” in zich verenigt – dus stijlloos is – al naar gelang zijn belang, zijn voordeel is. Vandaag hoort u de mens zo spreken, maar morgen heel anders, want zijn belang is anders geworden, vandaag zal hij uw vriend zijn, morgen uw tegenstander – een kwestie van utiliteit, van ‘nut’. En dat telkens-anders-spreken, dat steeds-weer-van-front-veranderen, dat altijd-weer-spreken-naar-zijn-belang, daar zijn zij allen handig in, in deze kunst zijn allen kunstenaars. Maar zo is de mens, “deze wereld” gecompliceerd geworden, onberekenbaar, u weet niet, hoe hij morgen is, of overmorgen. In plaats van de mooie levensstijl uit God, naar de wet van God, die de mens zo eenvoudig, zo simpel, zo doorzichtig maakt, ziet u in de samenleving de handig-opgetrokken-levensstijlen-van-de-dag. Overeenkomstig de elke dag weer wisselende belangen onder de mensen; in plaats van de “rechte” mens ontmoet u de gecompliceerde mens, en moet u leven in een gecompliceerde samenleving, die nu vermoeiend kan worden tot de dood toe – niemand een-voud-ig, niemand doorzichtig, niemand oprecht: de vele uitvluchten in plaats van de énen levensstijl voor de levensomgang tot de levensopbouw – de wereld van belang en tegenbelang, de wereld van stijlloze mensen heeft ook de prediker zo moe gemaakt.

En ook in deze “vicieuze cirkel” is Christus terecht gekomen. Voor stijlloze mensen heeft Hij moeten bewaren die mooie stijl van de Middelaar van God en van de mensen, voor het Sanhedrin, voor Pilatus, voor Herodus, voor het volk. Als u kent Zijn levenswet – de wil van de Vader voor Hem, de Middelaar – weet u dan wel, hoe eenvoudig, hoe doorzichtig, hoe “recht” Hij is? Het is alles zo simpel aan deze Heiland, gehoorzaam geworden tot de dood op de kruis. Hij is zo verschrikkelijk eenvoudig, het vele herleid tot het éne – het recht van God. Hij spreekt en handelt en worstelt niet naar “eigen belang” maar uit dit éne: Ik ben gekomen om Uw wil te doen, o God! Daarom zal Hij Zijn leven geven voor de schapen. Simpel, eenvoudig, doorzichtig.

En nu heeft Hij ons in de kerk gezet, ons de wet weer opgelegd, ons Zijn kracht toegezegd, opdat Zijn triomf over de samenleving “deze wereld” blijken zal uit het leven van Zijn kerkmensen – de éne wet van God, simpel, doorzichtig, helder voor God, en engelen en mensen. Want het vele is de Heere een gruwel – het is zich onttrekken aan de wet van God – maar het éne in het vele is de Heere aangenaam – het is buigen voor de wet van God! Simpel, doorzichtig, het kan nu, want Christus geeft krachten, het moet nu want Christus heeft rechten.

 

[1] Overgenomen en licht gemoderniseerd uit: E.Th. van den Born, Van Souvereine Liefde (Goes: Oosterbaan & Le Cointre, z.j.).

image_pdfimage_print