Door het Woord gesterkt

Vandaag aflevering 1 in de rubriek ‘Genade geneest’.

 


 

Het Woord van God te bezitten is een grote rijkdom. Hij, de Heere Zelf, gaf het ons. Niet om er tegen aan te kijken, maar om het te aanvaarden. Om er uit en er mee te leven in alle situaties.

Gebruik gerust maar de vrijmoedigheid om aan dat Woord u vast te klemmen. Ook onze zieken moge dat op het hart zijn gebonden. Ook ziekte is een bewijs dat er in het leven zoveel onzekerheid is. Die in tegenheden moeten gaan, worden vaak van alle kanten aangevallen, naar alle kanten heengetrokken, maar als ook zij hun leven bouwen op en richten naar het Woord van God, zullen ze ook in hun ziekte getroost en gesterkt zijn.

O, als we dat Woord toch niet hadden. Zeker, wel ongelukkig is de mens, die dit Woord niet heeft, daarin niet gelooft: hij kan nooit zekerheid hebben, want hij heeft geen band aan Christus, aan die Christus, Die de Inhoud van het Woord is. Acht toch nooit gering de rijkdom, die u in het Woord van God geschonken is. Er is zoveel dat met zorg voor de toekomst vervult. Voor de toekomst van deze wereld. Voor de toekomst van ons Nederlandse volk.

Voor de toekomst van ons vaderland, dat we liefhebben. Voor de toekomst van de kerk van de Heere. Voor de toekomst van de komende geslachten (als althans de wereld nog zolang bestaat). Maar als ons hart dat Woord maar niet laat varen, dan komt het wel goed, maar dan ook alleen. Dan zullen alle listige aanslagen van de satan op ons leven, op ons geluk, op onze zaligheid, worden onderkend en afgeslagen. Dan zien wij de rechte wegen. Dat Woord is ons rijk bezit. Het geeft ons kracht, het maakt ons blij, te midden van de golven van vermaakzucht, die over de wereld slaan en ook tegen ons leven aanslaan, zullen wij als volk van de Heere, ons hoogst vermaak, ons zielsgenoegen blijven zoeken en vinden in het Woord. Ook midden in de afval, in de geraffineerde uitholling van dat Woord, blijft dat Woord zoals God het gaf, onze kracht.

Daar mogen wij altijd wel aan denken: is het Woord wel werkelijk ons zielsgenot, onze kracht?

Wij hebben toch dat Woord? Ja, inderdaad, we hebben het. We nemen het in onze hand. We slaan er onze ogen in. We lezen wat de Heere daarin zegt. Het staat er zwart op wit.

Er zijn er tegenwoordig die het anders zeggen: een mens kan het Woord van God niet hebben, er niet over beschikken. Zeker, de Bijbel kan het Woord van God voor ons worden, als en wanneer het God behaagt. Soms slaat God door het Woord als door een bliksemschicht in ons leven in.

Maar nee, Gode zij dank, zo is het niet. Wij hebben dat Woord. Als u in uw gezin de bijbel opent, als u op uw ziekbed de bijbel leest, of hoort voorlezen, dan spreekt God tot u. Hij spreekt dan door de Heilige Geest tot u van Jezus Christus, uw Redder en Heiland. Hij ontsteekt dan voor u het licht in de donkerheid van het leven. Hij versterkt u dan met de kracht in uw ziel.

Is het niet fijn, dat we dat Woord hebben. Is het niet een onwaardeerbaar Godsgeschenk? Dat Woord is een licht, dat schijnt in een duistere plaats. En is het in deze tegenwoordige wereld niet duister? In deze wereld met haar verkeerde verhoudingen, met haar treurige toestanden, met haar bittere benauwingen, met haar zwoele zonden? En met alle grievende gevolgen van die zonden?

En als we in zulk een wereld zouden moeten leven zonder het licht van het Woord? Dat zou niet best zijn. Want het eind zou zijn eeuwige duisternis. Maar in het Woord hebt u licht. Licht, klaar en helder. Sterker dan de sterkste lamp, die ook een donkere kelder zet in stralend licht. Wie bij dat licht wil leven, zal in de duisternis niet wandelen. Wie daaruit sterkte put, overwint zijn zwakheid, zijn angst, zijn bekommernissen.

Uit ons zelf zijn we zwak. Kunnen we niet bestaan. Maar door het Woord leren we met Paulus zeggen: ik vermag alle dingen. Bent u ook blij met dit Woord? En als u het Woord leest of hoort, klinkt het dan ook in uw hart: heugelijke tijding. Bron van zielsverblijding. Evangeliewoord. Woord van God gegeven. Woord van eeuwig leven, zalig, wie u hoort.