De verrassende kerkbouwer

Vandaag aflevering 43 in de rubriek ‘Genade geneest’.

 


 

Het gaat met de arbeid van de grote Kerkbouwer soms heel anders dan wij denken. Het gebeurt wel eens naar onze gedachten dat alle arbeid, die wij voor de Heere verrichten, met onvruchtbaarheid geslagen is. Het schijnt soms wel, wat wij dan plegen te noemen, een ploegen op rotsen.

En dan, soms ineens, je weet zelf niet hoe, komt er een wending, een ommekeer, heel ongedacht en heel verrassend. Dan blijkt dat de grote Kerkbouwer wel aan het werk was, maar wij zagen het niet. Hij was bezig- onmerkbaar voor ons- om stenen te fatsoeneren en bijeen te brengen, die Hij straks in de muren zal invoegen.

Jaren geleden – ik was nog een kind- hoorde ik een zendeling zeggen die zes jaar lang op het zendingsveld had gearbeid: ik heb nog niemand gedoopt, nog niemand is door mijn arbeid in het evangelie tot Christus gebracht. En enkele tientallen jaren later waren op datzelfde zendingsveld verschillende kerken met eigen ambtsdragers.

lk heb een predikant gekend, die jaren in zijn gemeente had gearbeid zonder enige vrucht, althans zichtbare vrucht, zodat soms mismoedigheid hem beving. En enkele jaren later kwamen er velen tot belijdenis van het geloof, waaronder verschillende ongedoopten. De Heere had dan wel gearbeid, maar wij zagen het niet. De grote Kerkbouwer stond niet stil, al leek het soms zo.

Ik denk hier onwillekeurig aan de kleine kerk van de Heere te Filadelfia waarover gesproken wordt in een van de brieven in Openbaring.

Die gemeente, daar in Filadelfia, die zwakke kerk, die zich noemde naar de door de Joden hartgrondig gehate en vervloekte Nazarener, ja, wat betekende die kerk? Wat kon ze doen?

En toch, van die hatelijke en hatende Joden zal de Heere Jezus tot deze kerk toebrengen. Verassend. Ongedacht. Onverwacht. Die Joden worden door de Heiland een synagoge van de satan genoemd.

Daarmee geeft hij aan de bitterheid van hun haat. Die haat was satanisch, hun tegenstand hels. En uitgerekend juist uit hen zal de Heere er toebrengen tot Zijn kerk. Uit hen, van wie wij wel het allerminst zouden hebben verwacht dat ze zich voor de Heere zouden willen buigen en zich bij de gemeente voegen. Een onvermoede en ongedachte vreugde zal Hij aan Zijn kerk bereiden.

Zulk een verrassend Kerkbouwer is Jezus Christus, de grote Koning van de kerk.

Hij bouwt de kerk uit materiaal dat wel allerminst daartoe geschikt scheen. Het is niet te begrijpen en toch zal het zo zijn. Dat is het goddelijk werk van de verhoogde Heiland. Die de meest gesloten harten, de hardste harten opent en vermurwt, Die het stenen hart kan veranderen in een vlesen hart.

Wat geeft dat moed aan al Gods getrouwe kerken, ook al zijn ze klein en zwak, al schijnen ze in ’t oog van de wereld niets te betekenen.

Wat schijnt de arbeid vaak ijdel, ook in het evangelisatiewerk. Wat is de bodem vaak hard, waarin het zaad moet worden gezaaid. Wat is de vijandschap vaak venijnig en scherp, wat is de onverschilligheid soms groot. En we zouden geneigd zijn om er mee op te houden.

Maar wat weten wij ervan hoe de Kerkbouwer werkt. Wat weten wij er van hoe een eenvoudig woord, vanaf een ziekbed of zelfs een sterfbed gesproken, door de Heere kan worden omgesmeed in een pijl, die het hart treft en verbrijzelt. Wat wij niet hebben, kunnen en durven denken dat geeft de Heere soms, tot onze bemoediging.

Wordt nooit moe om als christen u te gedragen in woorden en werk. In gezonde dagen en tijdens ziekte. Dan zal Christus op Zijn tijd en op Zijn wijze wel Zijn zegen daarop geven. Door uw leven en spreken, naar het Woord van God, ook door uw godzalig dragen van het lijden en ook door uw rustig sterven in de Heere, bouwt u aan de kerk, omdat Hij er aan bouwt en Hij bouwt er aan door uw dienst, uw arbeid en uw woord.

De hand van de Heere is niet verkort. Laten wij, elk op eigen plaats, maar trouw zijn. Dan zal de Heere een verrassend Kerkbouwer blijken.

image_pdfimage_print