Door: H. Plaggenmars
“Jakob verwekte Jozef, de man van Maria, uit wie geboren is Jezus, Die Christus genoemd wordt” ~ Matth. 1:16
Komende Kerstdagen
Met het einde van het jaar in het vooruitzicht viert de Kerk in de komende dagen het Kerstfeest. Wij gedenken in deze dagen de komst van de Jezus Christus als Heiland in deze wereld. Er wordt stilgestaan bij de eerste komst van de Zoon van God in deze wereld. De Kerk doet dat in het bijzonder door zich te stellen onder de verkondiging van Gods Woord.
En de kerkgang op deze kerstdagen staat al snel in contrast met het consumptiepatroon in deze tijd om ons heen. Een wereld waarin tijdens de kerstdagen veel aandacht is voor vrije tijd, kunstlicht, eten, markt en gezelligheid. Kerstdagen als vrije tijd waarin gezelligheid, genot en plezier centraal staat. In deze dagen is ook veel kunstlicht te zien, zelfs in een tijd van inflatie en prijsstijging.
Maar in het Huis van de Heere wordt stilgestaan bij de werkelijke inhoud van de kerstdagen. Namelijk het evangelie over de eerste komst van de enige Zaligmaker en Redder van deze wereld (HC Zondag 11). Om te redden wat verloren was (Jes. 42/H.C. Zondag 13). Een groot wonder (Jes. 9 vers 1 & 40 vers 5). En dat niet alleen. Het is ook de komst van De Immanuël, vertaald: God met Ons.
Kerst op de Rustdag
Kerst als stilstaan bij het evangelie van Zijn eerste komst in het vlees wat gericht moet zijn op Zijn Eer en Glorie.
Tegelijk een kerstfeest dat dit jaar gevierd mag worden op de eerste dag van de week, de rustdag.
De rustdag als de dag waarop de Gemeente tot Gods Huis komt om daar Zijn Woord en Evangelie te horen. De dag die in het bijzonder is afgezonderd voor de dienst van de Heere.
Een dag voor de dienst aan Hem, zoals met de woorden van de catechismus in Zondag 38; ‘dat ik trouw tot Gods gemeente zal komen’.
Het gaan naar Gods Gemeente in deze dagen om in het bijzonder de komst van de Heiland en Zaligmaker in deze wereld te gedenken.
Stil staan bij het Kerstevangelie
Deze bijdrage hoopt met u een moment stil te staan bij het kerstevangelie zoals dat staat beschreven in het evangelie naar Mattheüs. Want naast het geslachtsregister, wat begint bij het noemen van Abraham en eindigt met het vermelden van Jozef de man van Maria, vermeldt het evangelie naar Mattheüs; de geboorte van de Zoon van God, de wijzen uit het oosten, de vlucht naar Egypte door Jozef en Maria met het Kind en de kindermoord door Herodes (Matth. 2).
Wie is Mattheüs? Mattheüs wordt beschouwd als de zoon van Alfeüs. In de andere evangeliën wordt hij Levi genoemd (Marcus 2: 14 en Luc. 5: 27). Mattheüs is door Christus geroepen toen hij in het tolhuis was. Als tollenaar inde hij belastingen voor het rijk. Het evangelie getuigt over de bijzondere roeping van Mattheüs met de woorden: “En Jezus ging vandaar verder en zag iemand in het tolhuis zitten, die Mattheüs heette; en Hij zei tegen hem: Volg Mij!” (Matth. 9 vers 9).
Volgens dr. Bavinck waren de tollenaars veracht vanwege het werk dat ze deden. Ze hieven immers belastingen voor het rijk ten koste van de burgers. Het is daarom bijzonder dat Mattheüs als een tollenaar is geroepen.
Hij is geroepen met een wonderlijk woord: Volg Mij! (Matth. 9 vers 9). Als tolbeambte is hij geroepen en gegaan, immers: “Hij stond op en volgde Hem”.
Uit het huis van David (vers 18)
Jozef komt voort uit het huis van David en het geslacht van Abraham.
Lucas beschrijft dat in zijn evangelie met de volgende woorden: “van wie de naam Jozef was, uit het huis van David” (Luc. 1 vers 27).
Jozef krijgt als zoon van David een belangrijke plaats in het evangelie naar Mattheüs.
Van Jozef wordt getuigd dat hij uit het geslacht van Abraham was (vers 16), dat hij rechtvaardig was (vers 19), dat de Engel van de Heere hem is verschenen (vers 20) en nadien op diens roeping Jozef met het Kind is vertrokken naar Egypte (Matth. 2 vers 14).
Jozef is uit het huis van David. En omdat hij uit het huis van David was ging hij op naar Bethlehem om zich te laten inschrijven met Maria die zwanger was (Luc. 2 vers 5).[1] Jozef wordt beschouwd als vertegenwoordiger van Davids Huis.[2] En daarmee is ook Christus uit het huis van David ook al is de zwangerschap uit de Heilige Geest (vers 18).
In dit verband wijst dr. H.N. Ridderbos er in zijn commentaar op dat Christus aan het geslacht van Abraham en David gegeven moest worden. De zwangerschap was immers uit de Heilige Geest. De zwangerschap was daarmee buiten Jozef als de man van Maria en de vertegenwoordiger van Davids Huis. Natuurlijke oorzaak van de zwangerschap was immers uitgesloten.[3] En Jozef was ten opzichte van Maria in een betrekking van ondertrouw.
In dit verband wijst Prof. Greijdanus is zijn commentaar op het evangelie naar Lucas op het onverbrekelijk aspect van deze ondertrouw tussen Jozef en Maria. Ook bij ondertrouw werd ontrouw bestraft, zelfs met de regel de zondaar te stenigen en het kwaad van ontrouw te bestraffen en zo uit het midden van het volk weg te doen (Deut. 22 vers 24).[4]
Christus is uit het huis van David, uit het geslacht van Abraham. De betrekking tussen Jozef, uit het huis van David, en Maria zijn ondertrouwde vrouw die zwanger was, was onverbrekelijk.
Jozef is niet onwaardig (vers 19)
Jozef is rechtvaardig. Het eigenlijke woord hetwelk de evangelist voor ‘rechtvaardig’ gebruikt, duidt op iemand die oprecht is, die deugdzaam is en zich houdt aan de bevelen van God.
Zoals Paulus dit tot uitdrukking brengt in zijn brief aan de Romeinen met de woorden:
“Niet de hoorders van de wet zijn immers rechtvaardig voor God, maar de daders van de wet zullen gerechtvaardigd worden” (Rom. 2 vers 13). Een commentaar bij dit vers wijst bij de daders van de wet op gehoorzaamheid en het vinden van de norm van de gerechtigheid in de wet (KV P51).[5]
Zoals de apostel daarvan getuigt in zijn brief aan de Galaten met de woorden: “Maar de mens die deze dingen doet, zal daardoor leven” (Galaten 3 vers 10).
Jozef was een wetsgetrouwe Israëliet. Dr. Ridderbos wijst daarop bij zijn commentaar over vers 20. Jozef zou volgens hem als wetsgetrouwe Israëliet een vrouw niet aanvaarden van wie de reinheid niet kan worden vastgesteld. En Maria was immers zwanger uit de Heilige Geest (KV P29).[6]
Het ligt beslist niet aan een bijzondere onwaardigheid aan de kant van Jozef dat de zwangerschap buiten het gezichtsveld van Jozef plaatsvindt.
Geroepen als Zoon van David (vers 20)
En Jozef is geroepen om Maria tot en bij zich te nemen.
Deze roeping ontvangt Jozef in een droom van de Engel van de Heere.
De Engel als hemelse boodschapper die in dienst staat van God.
Deze dienst aan God komt ook naar voren in bijvoorbeeld Psalm 91 alwaar gesproken wordt van engelen die bevelen geven en bewaren bij Gods wegen (Ps. 91:11).
Bij de roeping wordt Jozef aangesproken als zoon van David. Jozef moet optreden als de vader van Jezus (vgl. vers 21). De afkomst van Jozef staat niet in de weg om vader van de grote Zoon van David te kunnen zijn zoals in het evangelie naar Mattheüs Jezus ook met de titel Zoon van David wordt aangesproken (vgl. Matth. 9:27 en Matth. 15:22).
Volgens de Korte Verklaring zou met Jozef de vragen naar de vaderschap van het Kind het zwijgen worden opgelegd[7] (KV p. 30).
Sterker nog, Jezus zou daarmee voortaan Zoon van David worden genoemd.
Het is ook een wondere weg van God met dit heilige Kind Jezus. Volgens ds. Wielenga is Jozef de drager van de “davidische rechten”. Daarvan getuigt het geslachtsregister. Maar daarvan getuigt ook het feit dat Jozef geroepen wordt om het Kind een naam te geven.[8] Een handeling waarmee Jozef het Kind een plaats geeft in het huis van David.
Maar tegelijkertijd heeft Jozef eenvoudig te doen wat hem gevraagd en bevolen wordt door de Engel van de Heere.
Want ten diepste is het God zelf die het Kind Jezus, de Messias, de gezalfde en tegelijk de enige Zaligmaker, een plaats geeft in Davids Huis. Dit staat ook opgetekend in het boek van de psalmen. In psalm 2 vers 7, waar staat: “U bent mijn Zoon, ik heb u heden verwerkt”.
Dus geloof het kerstevangelie. Geloof in de grote Zoon van David uit Davids huis.
Hij is de enige Zaligmaker.
En dien de Heere met vreze. Naar psalm 2 vers 12: “Kus de Zoon opdat Hij niet toornig wordt en u onderweg omkomt”.
Kortom
Bij het kerstevangelie krijgt Maria die aangesproken wordt als moeder van het Kind Jezus doorgaans veel aandacht onder christenen. Zij ontving immers een hemelse boodschap en werd aangesproken als ‘gezegend onder de vrouwen’ (Lucas 1 vers 26-38).
Het evangelie naar de beschrijving van Mattheüs werpt het licht op Jozef.
Jozef ontvangt ook een hemelse boodschap en wordt evenals de Heiland zelf Zoon van David genoemd. Van Jozef wordt getuigd dat hij rechtvaardig was en deed wat de Heere van Hem vroeg. Want Jozef deed zoals de Engel van de Heere had bevolen (Matth. 1 vers 24).
Bronnen
- Dr. H. N. Ridderbos, Korte verklaring der Heilige Schrift het evangelie naar Mattheüs
- Dr. S. Greijdanus, Korte verklaring der Heilige Schrift het evangelie naar Lucas
- Dr. J. H. Bavinck, Geschiedenis der Godsopenbaring – Het Nieuwe Testament
- Ds. DK Wielenga, Jozef geeft de zoon van Maria de naam Jezus
- Dr. K. Schilder, Christus, gelijk Hij ons getekend wordt als de Beheerser van alle Geschiedenis (Schiedam).
[1] Naar de profetie van Micha in Micha 5:1.
[2] Dr. H.N. Ridderbos, Korte verklaring bij het Evangelie naar Mattheüs, pag. 23-30
[3] Dr. H.N. Ridderbos, Korte verklaring bij het Evangelie naar Mattheüs, pag. 23-30
[4] Dr. S. Greijdanus, Korte verklaring der Heilige Schrift bij het evangelie naar Lucas, pag. 50-62
[5] Dr. Van Leeuwen en Jacobs, Korte verklaring bij de brief aan de Romeinen, pag. 51
[6] Dr. H.N. Ridderbos, Korte verklaring bij het Evangelie naar Mattheüs, pag. 29
[7] Dr. H.N. Ridderbos, Korte verklaring bij het Evangelie naar Mattheüs, pag. 30
[8] Ds. D.K. Wielenga, Jozef geeft de naam van Maria de naam Jezus, pag. 5.