Chiliasme tegen de kerk

Onderstaand het tweede artikel van prof. Doekes met als titel “Chiliasme tegen de kerk”.

 


 

Wie niet beter weet, zou kunnen denken dat het chiliasme geen gevaar oplevert voor de kerk. Over sommige moeilijk te verklaren bijbelteksten kan immers binnen de kerk altijd verschil van opvatting bestaan? En in dit geval gaat het onder meer om Openbaring 20, een Schriftgedeelte dat al bijna twintig eeuwen aanleiding heeft gegeven tot allerlei uiteenlopende interpretaties. Waarom zouden wij het niet kunnen verdragen, dat iemand in de kerk één bepaalde opvatting van het duizendjarig rijk voorstaat?

 

Maar deze argeloos klinkende vraag gaat aan de werkelijkheid voorbij. In ons vorig artikel moesten wij constateren, dat volgens het getuigen van een eigentijdse propagandist voor het chiliasme een scherpe controverse bestaat tussen de chiliasten en de kerk. Principiële verwerping van de belijdenisgeschriften – dat was de eerste en veelzeggende verklaring, die wij te horen kregen. In de belijdenis der kerk is de chiliastische leer niet opgenomen; en dat is voor een chiliast voldoende om die belijdenis van weinig waarde te achten.

 

ln direkte samenhang hiermee moesten wij noteren dat chiliasten wel spreken over zichzelf en anderen als leden van ‘de gemeente‘ van Jezus Christus, maar dat zij zich keren tegen de regering der kerk door de wettige ambtsdragers, zoals de Nederlandse Geloofsbelijdenis daarover spreekt in art. 30-32. Hun oppositie richt zich tegen wat zij (en vele anderen) noemen “de institutaire vorm” der kerk.

 

Daarmee is echter nog niet alles gezegd. Met klem opponeert een chiliast als Fijnvandraat tegen de gereformeerde leer over het verbond Gods, welke leer volgens hem “de plaats van het Woord van God heeft ingenomen”. En wat de kinderdoop betreft, die is door sommige chiliasten nog wel verdedigd, maar zij verwerpen allen “de theorie (!) als zou de doop als teken van het verbond in de plaats van de besnijdenis zijn gekomen”. Nergens spreekt het N.T. over de doop als een teken, laat staan als verbondsteken; en evenmin wordt de doop een geestelijke besnijdenis genoemd.

 

Er staat dus veel op het spel in het conflict tussen de kerk en het chiliasme. De chiliast, die hier onze aandacht vraagt, laat daarover niet de minste twijfel bestaan: “De zaak waar het om gaat grijpt diep in je hele bijbelvisie in…  Het chiliasme zoals dat o.a. door Darby in Engeland en door H.C.Voorhoeve en Johannes de Heer in Nederland is gebracht, leert dat de kerk niet van Adam af bestaat en evenmin tot aan de jongste dag op aarde blijft. Het leert dat na de christelijke bedeling God de draad met Israël weer zal opvatten, wat tenslotte tot  het herstel van dat volk en de oprichting van het Messiaanse Rijk zal leiden. Kortom, voor de calvinist komt het erop neer, dat zijn kerkvisie in revisie zou moeten, met de verbondsleer en nog veel meer erbij”. Want: “Het is nu eenmaal niet anders dan dat de chiliastische en calvinistische kerkvisie elkaar uitsluiten. Het heeft totaal geen zin dat te verbloemen. Het is onmogelijk beide in een jasje te stoppen” (pag. 17-18).

 

Niemand kan zegen dat hier onduidelijk gesproken wordt. Het is dan ook een waarschuwing, die door ieder terdege dient te worden aanvaard. Het chiliasme is niets minder dan een ontstellend groot gevaar voor de gereformeerde kerk die aan de oude belijdenis vasthoudt. Wie zich gewonnen geeft aan de propaganda van het chiliasme, moet wel beseffen dat hij zich laat vervreemden van de kerk des Heren die zich één weet met Guido de Brès en Calvijn en ontelbaar vele anderen uit voorgaande eeuwen en uit onze tijd. En dit betekent niet maar een vervreemding van mensen, maar een loslaten van de leer die wij tot onze troost belijden als de waarachtige en volkomen leer der zaligheid. Het chiliasme werkt als een breekijzer. Het kan met zijn ideeën wel affiniteit tussen sommige personen tot resultaat hebben, maar  het geeft zelfs geen surrogaat voor de ware gemeenschap der heiligen.

 

De gevaren van het chiliasme zijn in de historie wel merkbaar geworden. Het is geen wonder, dat in sommige confessionele geschriften uit de eeuw der Reformatie een veroordeling van deze denkrichting is opgenomen. Bekend is de uitspraak in de tweede Helvetische Confessie van Bullinger: Wij veroordelen ook de Joodse droombeelden dat er voor de dag des oordeel een gouden tijdperk op aarde zal zijn, en dat de vromen de heerschappij der wereld in bezit zullen nemen, nadat zij hun goddeloze vijanden ten onder hebben gebracht.

 

De prediking van Melchior Hoffmann, die in Straatsburg en in de Nederlanden een geweldige aanhang kreeg en de komende openbaring van het Godsrijk op aarde verkondigde, was in 1536 uitgelopen op het drama van Münster, waarvoor Hoffmann niet verantwoordelijk was (hij waarschuwde tegen het gebruik van geweld), maar waarin toch de chiliastische verwachting van het nieuwe Jeruzalem een heersende rol heeft gespeeld. Het optreden van Hoffmann als de profeet Elia heeft de weg gebaand voor het revolutionaire element in de doperse beweging. “Zijn groote en sneltoenemende invloed lag vooral in zijn chiliastische verwachtingen” (Biogr. Wb. V. Prot. Godgel. In Nederland).

 

De verschrikking van het gebeuren in Münster heeft intussen het chiliasme in de gemeenten van de Dopersen niet doen verdwijnen. Ook later, toen de gespannen verwachting van de komst van het duizendjarig vrederijk geschokt werd door diepe teleurstelling, omdat een op Schriftgegevens gebaseerde berekening niet uitkwam (zoals in 1836‚ welk jaar door Bengel was aangewezen) liet het chiliasme zich toch niet definitief uit het veld slaan.

 

Het was vooral John Nelson Derby (geboren in 1800 te Londen uit Ierse ouders) die als predikant in Ierland opkwam tegen de gebreken van de Engelse staatskerk en deze in 1828 verliet, terwijl hij in een verhandeling over de natuur en de eenheid der kerk betoogde, dat elke uitwendige kerkvorm verworpen moest worden. God heeft wel zijn kinderen in alle kerkgenootschappen, maar de ware gelovigen worden door iedere kerk verhinderd in de uitoefening van hun eenheid in Christus. De kerkmuren barricadéren de weg naar de hemel en tot God. Daarom is de vrije vergadering van de ware Christ-gelovigen noodzakelijk.

 

De oproep van Darby vond bij velen gehoor. Zij kwamen voortaan bijeen “zonder eenige menschelijke organisatie, zonder zoogenaamde geestelijken, zonder geloofsbelijdenis, als uiterlijke band van eenheid” (J .N. Voorhoeve). Ambten erkenden zij niet. leder die daartoe de gave had, kon in deze samenkomsten het woord voeren. Men wilde geen nieuwe kerk organiseren, maar in de verwachting van de spoedige wederkomst van Christus wilden Darby c.s. met ware gelovigen vergaderen onder de leiding van de Geest.

 

Na 1837 heeft Darby zich ingespannen om in tal van landen zijn opvatting te propageren. In Genève en omgeving hield hij een reeks voorlezingen over “de tegenwoordige verwachting van de kerk Gods” en bepleitte hij de vrije samenkomst der ware gelovigen. Daarna trok hij rusteloos verder, eerst naar Montpellier in Zuid-Frankrijk, maar daarna weer in Zwitserland, en na 1854 ook in Duitsland, waar hij vooral in Elberfeld verblijf hield. Als gevolg van zijn aktiviteit ontstonden “vergaderingen der gelovigen” in Rijnland en Westfalen, maar ook in andere Duitse gebieden. Later maakte hij meermalen een reis door de Verenigde Staten, en bezocht hij eveneens Canada, terwijl ook Midden-Amerika in zijn propaganda-tocht werd betrokken. Toen hij al meer dan 70 jaar was, kwam hij voor de zesde maal in Amerika, waar hij onder meer in San Francisco optrad. Zelfs tot in Nieuw-Zeeland heeft deze onvermoeide wereldreiziger zijn anti-kerkelijke en chiliastische ideeën verkondigd. Intussen bleef zijn aandacht en energie ook op Europa gericht: hij heeft Spanje bezocht, en meermalen in Italië zijn werkzaamheid uitgeoefend.

 

Deze propagandist voor het chiliasme heeft ook in Nederland open oor gevonden – en dat nog wel bij een predikant, die vooraan heeft gestaan in de Afscheiding: ds. H.P. Scholte.

 

De schrijver van het door ons hier genoemde werk “Het Chiliasme” (J.G. Fijnvandraat)‚ die kritisch wijst op fouten bij de bestrijders van het chiliasme, maakt zelf een blunder door te spreken over “de Baptistenpredikant H.P. Scholte”. Dat deze predikant soms wel de indruk heeft gewekt van sympathie voor het baptisme is een feit. Voor een gereformeerde school heeft hij zich geen moeite gegeven, maar toen in zijn gemeente in Pella een Baptisten-school werd gevestigd, aanvaardde Scholte de benoeming tot directeur. Maar zulke feiten geven nog geen grond om hem “baptistenpredikant” te noemen.

 

Wel heeft deze voorman der Afscheiding zich laten leiden door ideeën die veel overeenkomst vertonen met die van chiliasten in onze tijd. Volgens hem heeft de Heilige Geest zijn werkingen aan de gemeente onttrokken, omdat men niet meer geloofde in de blijvende voortgang van de uitstorting van de Geest op de Pinksterdag. Daarom kan er geen eenheid onder de gelovigen tot stand komen. De protestantse christenen noemen Rome wel de grote hoer, maar zij beseffen niet dat Rome slechts een der grootste wijken van Babylons is, en dat door de invloed van een andere Geest dan die des Heren, verscheidene protestantse wijken zijn aangebouwd. De tot afscheiding gekomen Christian Reformed Church in Noord-Amerika werd door Scholte zelfs getypeerd als “de ondeugendste wijk in het moderne Babylon”. De ware gemeente van Christus heeft haar leven in de woestijn. En wat de belijdenis der Gereformeerde Kerken betreft is het bekend, dat deze predikant niet veel op had met de Heidelbergse Catechismus en er nooit uit preekte.

 

Speciaal in verband met het chiliasme is de naam van ds. Scholte hier te vermelden. Reeds als student had hij een in die tijd zeldzame aandacht voor literatuur en geestesstromingen  in het buitenland. Na zijn afscheiding in 1834 bleef hij als predikant in de Gereformeerde Kerken een uitzonderlijke figuur. Zelf zegt hij hierover dit: Wanneer ik geen andere dan de gewone denkbeelden gekoesterd had omtrent de toestand en de ontwikkeling van Gods Gemeente op aarde – reeds lang zou mij de lust ontnomen zijn om in kerkelijke zaken werkzaam te blijven…..

 

Hoe meer echter de moeilijkheden zich samenpakten, hoe meer behoefte ik kreeg om gedurig met Gods Woord gevoegd te worden. En hoe donkerder het rondom mij werd, hoe helderder het licht van het Woord in mijn ziel straalde. Hieruit mogen sommige broeders datgene verklaren, dat wel eens aan stijfhoofdigheid werd toegeschreven. Ik kon niets anders vanwege Gods hoogheid.”

 

Onmiddellijk na deze passage schrijft Scholte: “Met de Eerw. Darby was ik al bijna drie jaar (!) in briefwisseling, maar in het afgelopen najaar was het een ware vertroosting, die broeder bij mij te zien, daar hij kwam in dezelfde gezindheid als Paulus tot de Romeinen (Rom. 1:9-12). Het heeft mij verkwikt en versterkt, dat we samen over onze gemeenschappelijke hoop mochten spreken”.

 

Na het vertrek van Darby was het Scholte, die de vertaling en uitgave verzorgde van de door Darby in Genève gehouden lezingen. Zelf schreef hij daarbij een woord ter inleiding, waarin hij betoogt, dat in dit boekje “het Woord Gods gevolgd is”, en hij voegt er aan toe: “Ik ben ten volle overtuigd, dat overal, waar de in dit boekje aangewezen waarheden ingang vinden in het hart, een totaal ander denkbeeld over kerkelijke zaken ontstaan zal, dan tot hiertoe het geval was, maar dat ook spoedig meer zekerheid en zielsrust gevonden zal worden, dan men nu in het algemeen aantreft. Het geloof in die waarheden is tevens voor de gelovigen de krachtigste beweegreden, om zich af te scheiden van alles, wat in strijd is met Gods heilig Woord, en tevens om zich aaneen te sluiten tot onderlinge versterking, opwekking en bemoediging”.

 

Deze warme aanbeveling van Scholte, die hij meegaf aan de leer van Darby. heeft haar uitwerking niet gemist. Zelfs in onze tijd is die aanbeveling opnieuw gepubliceerd in de tweede druk van het genoemde werk van Darby, onder de titel „De hoop van de Gemeente van Christus”, uitgegeven door H.L. Heijkoop (wij citeerden hier uit deze nieuwe uitgave).

 

Zo doet Scholte na een eeuw nog steeds dienst als propagandist voor het chiliasme!

image_pdfimage_print