Het licht schijnt in de duisternis
Door. H. Plaggenmars
En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen.
~Joh. 1:5
Kerstdagen in een donkere tijd. Donker, want het zijn immers de kortste dagen van het jaar.
Donker in de samenleving om ons heen. Er is onrust, oorlogsdreiging en er zijn natuurrampen.
Donker in het geloofsleven zelf wanneer het leven uit en naar Gods Woord niet meer geaccepteerd wordt of zelfs weerstand oproept.
Donker in het kerkelijk leven wanneer de Kerk in ons land zo klein is geworden.
Donker, wanneer het steeds moeilijker lijkt te worden om als Kerk Gods Woord vast te houden.
In de duisternis
Het lijkt donkerder te worden omdat het moeilijk is om bij onrust en verandering trouw te blijven.
Donkerder omdat het moeilijk is om in alles Godvrezend naar de Bijbel te leven en zo blijvend van het ware Licht te getuigen.
En dat is ook de komst van Gods Zoon als het ware Licht in deze wereld.
Het Licht dat schijnt in de duisternis (Joh. 1:5). Daarvan kunnen wij lezen in het evangelie naar Johannes. Het Licht dat schijnt te midden van de duisternis.
Evangelist Johannes kwam om van dit Licht te getuigen.
En dat, opdat allen door Hem geloven zouden (Joh. 1:7).
Het begin
De komst van Het Licht in deze donkere wereld is nauw verbonden met het begin van de Bijbel, de schepping. Daarmee begint het evangelie naar Johannes. Letterlijk: “In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God” (Joh. 1 vers 1). Het Woord gaat voorop en wordt zelfs drie keer in dit eerste tekstvers van het evangelie naar Johannes genoemd. Direct al wordt het Woord in verband gebracht met het begin.
Het begin dat duidelijk verwijst naar het begin van de Bijbel, de schepping.
In de Bijbelboeken Genesis en Johannes vinden wij dezelfde woorden aan het begin van het Bijbelboek, namelijk: in het begin of in den beginne.
In Genesis 1 lezen wij namelijk: In het begin schiep God de Hemel en de aarde en God zeide: Laat er licht zijn! En er was licht (Gen. 1 vers 1 en 3).
Het Woord was dus nauw betrokken bij de schepping van hemel en aarde.
Het Woord
In de eigenlijke tekst valt op dat bij Het Woord een mannelijke vorm wordt gebruikt, hier: ‘ho logos’.
Volgens dr. Bouma omvat Het Woord in dit verband als het gesproken woord de Persoonsopenbaring van God[1].
God spreekt zich uit tot ons, als mensen van vlees en bloed, door Het Woord.
Met het Woord wordt Jezus Christus als de Zoon van God aangeduid.
Dat wordt onder meer duidelijk bij het lezen van Openbaring 19.
In Openbaring 19 lezen wij immers over de getuigenis van Jezus, deze getuigenis als de geest van de profetie met in vers 13 de vermelding: Zijn Naam wordt genoemd het Woord van God of letterlijk: de naam van hetzelve is het Woord van God.
Over deze benaming van Christus wordt door ds. J. van Bruggen[2] gewezen op Psalm 33. Daar kunnen wij over Het Woord lezen: Door het Woord is de Hemel gemaakt (vers 6). Volgens ds. Van Bruggen zegt Het Woord hetzelfde als de naamgeving van Gods Zoon[3]. Want, en dan volgt de uitleg: want zoals de Zoon uit de Vader het leven ontvangt, zo komt het Woord uit Hem die het spreekt.
Betrokken bij het begin
De Zoon van God was als Het Woord bij het begin, namelijk de schepping van Hemel en Aarde, betrokken.
Want in het begin was het Woord. Het Woord is niet met het schepsel ontstaan.
Het Woord was er eerder. Zoals Jezus als de Zoon van God dit uitsprak tot de Vader in het hogepriesterlijk gebed: “En nu verheerlijk Mij, U Vader, bij Uzelf, met de heerlijkheid die Ik bij U bezat voordat de wereld er was” (Joh. 17 vers 5).
De Zoon van God is immers verheven boven de schepping. Dat wordt onder meer duidelijk bij het lezen van de brief aan de Hebreeën: “want bij het onderwerpen van alle dingen aan Hem heeft Hij niets uitgezonderd wat Hem niet onderworpen is” (Hebr. 2 vers 8).
Hij is van een andere orde. Niet in de tijd maar Hij is van Eeuwigheid[4] (zie ook Ps. 103).
Het leven
Het Woord, de Logos, is Gods Zoon. Gods Zoon is eeuwig als God zelf.
En alle dingen, zo vervolgt vers 3, zijn door Hem ontstaan.
Letterlijk alles[5] is door middel van Het Woord tot stand gebracht. Apostel Paulus legt dit in zijn eerste brief aan de gemeente in Korinthe uit met de volgende woorden: “De Vader uit wie alle dingen zijn, en wij voor Hem, en één Heere Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn en wij door Hem” (1 Kor. 8 vers 6).
In zijn commentaar bij Johannes 1 wijst Dr. Bouma in dit verband op de scheppingsbemiddeling van Het Woord als de Zoon van God.
Evangelist Johannes vervolgt in vers 4 met de woorden: In het Woord was het leven en het leven was Het Licht van de mensen” (Joh. 1 vers 4).
Beter weer te geven uit de statenvertaling: in Hetzelve was leven. Want, voegt dr. Bouma hier in zijn commentaar bij dit tekstgedeelte aan toe, citaat: “De Vader heeft immers de Zoon gegeven, leven te hebben in zichzelf” (naar Joh. 5 vers 26).
God is Zelf de oorzaak en de bron van het leven. Zoals David dit heeft uitgezongen voor de Heere in Psalm 36 vers 10: “Want bij U is de bron van het leven; in Uw licht zien wij het licht”.
Het Licht
Het Woord is, aldus dr. Bouma, de openbaring van God. En in dit verband de kennis die het Licht doet schijnen[6]. Hij is het middel, de weg, om God te kennen.
Daarvan getuigde Jezus ook van Zichzelf tot Thomas met de woorden: “Ik ben de Weg, de Waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door mij” (Joh. 14 vers 6).
In één van de zendbrieven van de apostel Johannes wordt dit nog sterker onder woorden gebracht met de uitdrukking; dat God zelf Licht is en in Hem geen enkele duisternis.
Dit lezen wij in de eerste zendbrief van apostel Johannes, citaat: “En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u verkondigen, dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is”(1 Joh. 1 vers 5).
Johannes vervolgt zijn evangelie vanaf vers 5 in de tegenwoordige tijd[7]. En Het Licht schijnt in de duisternis. Dit wordt ook bevestigd in de eerste zendbrief van Johannes, waar wij kunnen lezen: “want de duisternis gaat voorbij maar het ware licht schijnt reeds” (1 Joh. 2 vers 8).
Wat dit schijnen betreft wijst de kanttekeningen op het Licht dat het verstand van mensen verlicht.
Want de duisternis wordt door het Licht ontmaskerd; want al wat openbaar maakt, is licht, zo schrijft de apostel Paulus in zijn brief aan de gemeente te Efeze (Ef. 5 vers 13).
In de duisternis
Het Licht schijnt in de duisternis.
Dit schijnen, het verlichten in het midden van de duisternis, zou ook betrekking hebben op de antithese[8], aldus de uitleg en commentaar van Dr. Bouma bij de Schriftwoorden in Johannes 1.
De tegenstelling tussen Het Licht en de duisternis.
Wat is dan duisternis?
- Duisternis is onwetendheid en onbekendheid met God en Goddelijke zaken[9]. Hij immers zal wat in de duisternis verborgen is aan het licht brengen (zie ook 1 Kor. 4 vers 5).
- Duisternis is de onheiligheid van de zonde. De apostel Paulus brengt zonden als ontucht en hebzucht in verband met het wandelen in de duisternis (zie ook Efeziërs 5).
- Duisternis is onheil en diepe ellende. De duisternis als de plaats waar het geween is en het tandengeknars (zie ook Matth. 22 vers 13).
Duisternis en de schaduw van de dood. Zong Zacharias, de vader van Johannes de Doper, daar niet van?
Aan het einde van zijn lofzang kunnen wij lezen: “dat God verschijnt aan hen die gezeten zijn in duisternis en schaduw van de dood, en om onze voeten te richten op de weg van de vrede” (zie Lucas 1 vers 79).
Het evangelie van Kerst
De komst van Gods Zoon in de wereld is gelijk aan Het Woord dat schijnt in de duisternis.
Gods Zoon die als Het Woord al vanaf het begin betrokken is (Joh. 1 vers 1).
Hij die Zich openbaart als de Alfa en de Omega, het begin en het einde (Op. 1 vers 11).
Hij was in de wereld en de wereld is door Hem ontstaan en de wereld heeft Hem niet gekend (Joh. 1 vers 10). Christus is vlees geworden en heeft onder ons gewoond!
Gods Zoon is het Licht dat in de duisternis schijnt.
En, zo vervolgt evangelist Johannes, de duisternis heeft het niet begrepen (Joh. 1 vers 5).
Wat betekent dat?
Nu, de duisternis heeft het niet kunnen grijpen. De uitleg bij dit tekstgedeelte wijst op het niet kunnen grijpen met geweld[10] (zie ook Fil. 3 vers 12).
Met andere woorden: de duisternis heeft Het Licht niet overweldigd.
En de duisternis zal Het Licht niet overweldigen.
Van de komst van Het Licht in deze wereld mocht de profeet Jesaja al profeteren met de woorden: “Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien, Zij die wonen in het land van de schaduw van de dood, over hen zal een licht schijnen” (Jesaja 9 vers 1).
En hij mocht profeteren van het perspectief van het Licht op de duisternis met de woorden: “Ik zal voor hen de duisternis veranderen in licht en wat krom is in wat recht is” (Jesaja 42 vers 16).
En ja, de macht van de duisternis wordt steeds feller, steeds boosaardiger en onheilspellend.
Maar toch! Er is perspectief. Het Licht zal triomferen en de nacht van het onheil gaat verdwijnen.
Want, aldus Johannes in zijn eerste zendbrief: de duisternis gaat voorbij.
Wandel naar het Woord van God en bewaar Zijn geboden
Waartoe roept dit evangelie op?
In de zendbrieven van Johannes wordt dit onder woorden gebracht met de oproep: wandel in het licht! (zie ook 1 Joh. 1 vers 7)
En dat kunnen zondaren doen als zij de Geboden van de Heere in acht nemen.
Want, aldus Johannes in zijn eerste zendbrief: wie Zijn Woord in acht neemt, is werkelijk aan de Liefde van God volmaakt geworden (1 Joh. 2 vers 5).
Dr. S. Greijdanus wijst bij het volmaakt worden van de Liefde op die gedraging: het bewaren van Gods Woord[11]. En dat is antithese.
Maar, zo schrijft Apostel Johannes in vers 11: wie zijn broeder haat, is in de duisternis en wandelt in de duisternis, en weet niet waar hij heen gaat, omdat de duisternis zijn ogen verblind heeft”.
Het is óf liefhebben óf haten (aldus Dr. Greijdanus)[12].
Want tegenover Liefde staat de haat.
Sterker nog: liefde óf haat openbaart de stand van het mensenhart tegenover God en het Evangelie[13].
De liefde tot God betekent ook de liefde tot de naaste! Dus: maak ernst met deze Schriftwoorden!
Wandel in het Licht
Het evangelie van Het Licht en de komst van de Messias is groot.
Wandel daarom naar Zijn Woord en naar Zijn geboden.
Leef en wandel in het Licht en niet in de duisternis!
Vier Kerst in het licht van Gods Woord.
Bronnen:
Ds. J. van Bruggen: De Heerlijkheid van Christus in Zijn verhouding tot God (preek)
Dr. C. Bouma: Korte verklaring der Heilige Schrift bij het evangelie naar Johannes
Dr. S. Greijdanus: Korte verklaring der Heilige Schrift bij de drie brieven van den apostel Johannes
Brandt en zoon: Concordantie des Bijbels: namenregister met verklaringen, 2e druk.
[1] Bouma, dr. C. Korte verklaring van de Heilige Schrift Het evangelie naar Johannes, pag. 52 bij Joh. 1
[2] Bruggen, J van, De Heerlijkheid van Christus in Zijn verhouding tot God, pag. 2
[3] Bruggen, J van, De Heerlijkheid van Christus in Zijn verhouding tot God, pag. 4
[4] Bruggen, J van, De Heerlijkheid van Christus in Zijn verhouding tot God, pag. 5
[5] Dr. Bouma, C, Korte verklaring van de Heilige Schrift Het evangelie naar Johannes, pag. 53
[6] Dr. Bouma, C, Korte verklaring van de Heilige Schrift Het evangelie naar Johannes, pag. 55
[7] Zie hierover de opmerking van dr. Bouma in KV der Heilige Schrift bij Het evangelie naar Johannes, pag. 56
[8] Zie hierover de opmerking van dr. Bouma in KV der Heilige Schrift bij Het evangelie naar Johannes, pag. 56.
[9] Dr. Bouma, C. Korte verklaring der Heilige Schrift bij Het evangelie naar Johannes, pag. 56
[10] Dr. Bouma, C. Korte verklaring der Heilige Schrift bij Het evangelie naar Johannes, pag. 56
[11] Dr. Greijdanus, S, Korte verklaring der Heilige Schrift bij de drie brieven van den apostel Johannes Pag. 46.
[12] Dr. Greijdanus, S, Korte verklaring der Heilige Schrift bij de drie brieven van den apostel Johannes Pag. 52.
[13] Dr. Greijdanus, S, Korte verklaring der Heilige Schrift bij de drie brieven van den apostel Johannes Pag. 52.