‘Antithese of synthese?’ (8)

Samenvatting door: J. Bos

 

Verbonden van kerken.
‘Op het eind der negentiende eeuw zien we verschillende kerken van dezelfde belijdenis en kerkorde, in naam of in werkelijkheid gehandhaafd, elkaar zoeken en internationale bonden stichten. Hoewel men zou denken, dat deze bonden juist de eenheidsbeweging vertraagd hebben, is het tegenovergestelde het geval. De verschillende “confessionele” wereldorganisaties hebben een bredere visie bij de afzonderlijke nationale kerken bevorderd, en zijn zo “tuchtmeesters” geweest naar een interconfessionele eenheidsbeweging.’ (p. 54)

(Er werden verbonden gesticht door methodisten, congregationalisten, baptisten. In 1877 werd de Presbyteriaanse Alliantie opgericht, een bond van kerken, die het presbyteriale stelsel van kerkregering voorstaan. Deze was oorspronkelijk orthodox gezind, maar de grondslag werd niet gehandhaafd. Juist kerken die orthodoxen gelijkschakelen met modernen, sloten zich erbij aan.)

‘In 1948 kwam zij te Genève samen. (…) De voorzitter dr J. A. Mackay, die tevens president van de Internationale Zendingsraad is, betoogde, dat evenals de lutherse, baptistische en methodistische kerken, ook de hervormde (presbyteriaanse) zich aaneen moeten sluiten binnen de Wereldraad, omdat de kerken van Calvijn iets wezenlijks aan “de Wereldkerk” te geven hebben.

Uit deze laatste opmerking blijkt duidelijk, dat de Alliantie zich als een merkwaardige en interessante kamer beschouwt, opgeverfd met calvinistische kleuren, ingericht met antieke confessionele meubelen, versierd met beeltenissen van helden uit de reformatietijd, doch deel uitmakend van het éne gebouw van de oecumenische tempel.

En wat van het verbond van presbyteriaanse kerken te zeggen is, kan ten aanzien van de andere verbonden van kerken herhaald worden: elke alliantie vertegenwoordigt een ‘tak’ van de éne Wereldkerk-boom.’ (p. 55)

 

De liga der anglicanen.
‘Voordat de genoemde verbonden van kerken gesticht werden, waren 350 anglicaanse bisschoppen uit de gehele wereld reeds in 1867 samengekomen in de Lambeth-conferentie. Deze samenkomst is sindsdien vrijwel om de tien jaar gehouden in het londense verblijf van den aartsbisschop van Canterbury, het Lambeth-paleis.[1] 1) Weliswaar nemen deze conferenties geen besluiten, die de nationale anglicaanse kerken (…) binden, maar zij worden wel gebruikt om beraadslagingen te houden, die alle kerken regarderen, en om algemene adviezen te geven. Niet het minst hebben de Lambeth-conferenties zich bezig gehouden met de wenselijkheid van intercommunie met andere kerken en de eenheid tussen Rome en het protestantisme. Veel anglicaanse bisschoppen zijn belangrijke oecumenische leiders geworden.

De belangstelling der anglicaanse geestelijkheid voor oecumenische vragen hangt samen met de samengestelde aard van de engelse kerk en het feit, dat deze kerk zich in de reformatietijd wel van den paus losmaakte, doch nochtans niet gereformeerd werd.’ (p. 55-56)

(In het boek volgt een beschrijving van de wisselvallige historie van de Engelse kerk. Deze bewoog zich in de 16e eeuw heen en weer tussen ‘Rome’ en ‘Reformatie’.)

‘Doch in 1558 kwam Elisabeth aan de regering (1558-1603). Onder haar regering werd weer het devies: los van Rome! gegeven, en in enigszins protestantse banen gekoerst. In de Uniformiteits-acte legde zij voorgoed het karakter van de Kerk van Engeland (Ecclesia Anglicana) vast.’ (p. 57)

(In Schotland, waar de hervormer John Knox werkte, zette de reformatie door. Dit had ook invloed in Engeland. In 1646 werd de Westminster Confessie opgesteld. Er kwam echter geen algehele reformatie. In de loop van de tijd zijn er verschillende tegengestelde stromingen ontstaan, die de Anglicaanse kerk hebben beïnvloed. De volgende bewegingen worden genoemd.

De puriteinen of presbyterianen. ‘Ze wilden bréken met het halfslachtige karakter van de kerk, die wat bisschoppelijk stelsel en liturgie aangaat rooms, wat het dogma betreft min of meer calvinistisch was.’ (p. 57-58)

De independentisten of congregationalisten. ‘Deze stroming legde niet alleen sterke nadruk op de absolute onafhankelijkheid van elke plaatselijke gemeente, doch propageerde ook allerlei doperse en chiliastische ideeën.’ (p. 58)

Ook binnen het independentisme ontstonden verschillende stromingen. ‘Naast de congregationalisten kwamen de groepen der baptisten, arminiaans of calvinistisch getint, en die der quakers.’ (p. 59) Deze partijen mochten vanaf 1689, na een periode van pro-roomse vervolging, eigen gemeenten stichten buiten de anglicaanse kerk. Desondanks hebben ze erbinnen ook daarna sterke invloed gehad. Steeds zijn er een hoogkerkelijke, romaniserende, richting en een meer reformatorische, evangelische laagkerkelijke richting geweest. ‘Beurtelings, onder invloed van allerlei stroming, is nu eens de ene, dan weer de andere richting versterkt’. (p. 59)

Het methodisme. Deze opwekkingsbeweging is omstreeks 1740 ontstaan door het werk van de anglicanen John Wesley en George Whitefield. ‘De methodisten legden sterke nadruk op bekeringsdaad en noodzakelijke bekeringsweg, persoonlijke vroomheid en heiligmaking. Hoewel zij langzamerhand noodgedwongen overgingen tot de formatie van een eigen kerkverband, oefenden zij toch sterke invloed uit op de anglicaanse kerk en versterkten de evangelische laagkerkelijke kringen.’ (p. 59-60)

De Oxford-beweging versterkte de hoogkerkelijke richting en had een romaniserende invloed. ‘De hoogkerkelijke beweging is nog steeds zeer sterk. Tot haar behoren de leidinggevende anglicaanse kringen.’ (p. 60)

Verder ontstond de breed kerkelijke partij. Deze is liberaal en modernistisch, en heeft ook evangelische en hoogkerkelijke aanhangers. Ze laten vooral op universiteiten hun vrijzinnige invloed gelden, met kritiek op Schrift en belijdenis.)[2]

‘Zo doet zich de anglicaanse kerkgemeenschap voor als een wondere bundeling van tegenstrijdige richtingen, een paradox-kerk, die niet kiezen wil. (…) In de anglicaanse kerk staat de kerk-van-ja-en-nee, van het relativisme voor ons. De bewonderaar van Rome, die kloosterwezen, Mariaverering, mis wil invoeren, is er welkom; maar ook de rode deken, die communistische sympathieën heeft. De breed-kerkelijken zijn er thuis met hun ariaanse of arminiaanse ketterijen en filosofieën, maar binnen haar muren huizen ook rechtzinnige evangelischen, die hunkeren naar unie met de uit de Reformatie voortgekomen kerken. Een bonte, ja voor het oog zeer tegenstrijdige mengeling. En toch – juist hierom meent de anglicaanse kerk de roeping te hebben te ijveren voor de eenheid der kerken. Juist door haar alomvattend en samengesteld karakter acht zij bekwaam te zijn een “brugkerk”, een via media, een middenweg te zijn tussen “protestante” en “katholieke” kerken. Is het niet zo, dat zij vrijwel alle elementen, die ook in andere kerken voorkomen, in haar opgenomen heeft? Is het niet zo, dat zij calvinistische theologie, methodistische vroomheid, maar ook modern critisch bijbelonderzoek in zich verenigt? En is anderzijds in haar niet te vinden aansluiting aan de oude christelijke kerk, is de engelse kerk met haar bisschoppelijk stelsel niet bij uitstek katholiek? Is in haar niet de verbinding van Rome en Reformatie, met de correcties van beiden op elkaar? En is in haar niet volledige vrijheid, zodat alles, wat stoelt op de oud-christelijke wortel, zich binnen haar ontplooien kan?

De anglicanen nemen als grondslag voor toekomstige eenheid de z.g. Lambeth-vierhoek (Lambeth-quadrilateral) aan: 1. erkenning van de Schrift; 2. van de twee hoofd-sacramenten, doop en avondmaal; 3. van de belijdenis van Nicea; 4. van het episcopaat, zoals het historisch in de oud-christelijke kerk gegroeid is. Aan deze voorwaarden, niet aan meer, willen zij andere kerken bij een hereniging binden. (…) [Er] wordt slechts een FORMELE aanvaarding van Schrift, episcopaat, etc. geëist. Als de oud-christelijke (…) traditie maar wordt gehandhaafd, dan is een kader geschapen, waarbinnen de kerk spontaan ontwikkelen kan als Una sancta.

[Ten aanzien van de belijdenis van Nicea:] (…) Nadere uitwerking en ontwikkeling, die hierboven uitgaat, worde vrijgelaten. Als men zijn theorieën en belijdenissen, die bóven de gemeenschappelijke grondslag uitgaan, maar niet aan anderen opdringt. Eenheid hoeft geen uniformiteit in te sluiten.

Van deze gedachten uitgaande, hebben de anglicanen, met name door hun Lambeth-conferenties, zich geworpen op de arbeid voor kerkelijke eenheid. De Lambeth-conferentie van 1920 deed een krachtig beroep op alle christenen om het streven naar eenheid te bevorderen en sprak uit, dat zij bereid was offers voor de eenheid te brengen.’ (p. 60-62)

‘We zagen reeds hoe sinds de zendingsconferentie te Edinburg in 1910 de anglicaanse bisschoppen Brent en Temple oecumenische leiders werden. Op de conferenties voor Geloof en Kerkorde (1927 en 1937) heeft de anglicaanse visie dan ook sterk gedomineerd. Ook de alom in de wereld met de oecumenische beweging gepaard gaande liturgische beweging heeft steeds sterk onder invloed gestaan van de hoogkerkelijke anglicaanse richting.

We hebben het feit te aanvaarden, dat de anglicaanse kerk, die pretendeert een bij uitstek oecumenisch-katholieke kerk te zijn, een grote bijdrage levert voor het tot stand komen en het in stand blijven van de oecumenische beweging. Uit hetgeen hierboven uiteengezet is, volgt, dat deze anglicaanse bijdrage de oecumenische beweging stellig niet in gunstige zin beïnvloed heeft. De anglicaanse kerk is immers geen krachtig bolwerk van de waarheid. Aan alle kanten doet zij als via media, middenweg, concessies: aan Rome, aan de radicale Schriftcritiek, aan het humanisme en socialisme. De dáád, de ritus, de vorm staat bij haar op de voorgrond. Het credo der kerk laat zij rustig ondermijnen; de contrastering van verschillende belijdenis-interpretaties binnen haar eigen muren is voor haar geen gruwel, maar kenmerk van katholiciteit; de hiërarchie wordt door haar niet tegengestaan, maar aangeprezen. Haar leuze: “Terug naar de oud-christelijke kerk!” wordt gebruikt om zich aan de klemmende oproep, die de Reformatie aanhief: “Terug naar het Woord!” te onttrekken. Penetratie van de relativerende synthese-gedachten der anglicanen in de oecumenische beweging betekent en zal betekenen: bevordering der Woord-verlating en Contra-reformatie.’ (p. 63-64)


[1] In 2022 is de 15e Lambeth-conferentie gehouden. Website: https://www.lambethconference.org/
[2] Zie ook: https://www.churchofengland.org/about/history-church-england/

image_pdfimage_print