Samenvatting door: J. Bos
De Evangelische Alliantie.
‘Bovengeschetste vlucht voor reformatie èn noodlottige ontwikkelingsgang als gevolg daarvan, zien we sterk uitkomen bij de Evangelische Alliantie (Evangelical Alliance).
(…) deze organisatie [werd] in 1846 te Londen (…) in het leven geroepen. (…) De bedoeling van deze federatie van evangelische protestanten was een samenbundeling der afzonderlijke krachten te vormen, een Christelijke Internationale. De Evangelische Alliantie was geen verbond van kerken, maar van christenen, om in allerlei gemeenschappelijke zaken gezamenlijk op te treden (…)
Te Londen werd (…) ook een ‘basis-formule’ aangenomen. Het is opvallend, dat deze wel een orthodox karakter droeg, doch over de kerk zich zeer vaag uitte, enkel zei, dat er een kerkelijk ambt en bediening van sacramenten moest zijn, niet hoe de kerk zich moest institueren. Door deze grondslag werden zij, die in de kerk compromissen aangingen met modernen, en een institutaire eenheid met hen propageerden, of althans niet bestreden, als “broeders” en als “evangelischen” binnengehaald.
(…)
De nederlandse afdeling besloot (…) “met erkenning van het Evangelisch karakter der in ’t buitenland aangenomen formules, ons als Nederlanders te plaatsen op den bodem van de belijdenis der Ned. Hervormde Kerk, onze gehechtheid aan die belijdenis uitsprekend in haar nationaal en historisch karakter”.
(…) Aan het verlangen van sommigen om de Nederlandse Geloofsbelijdenis te noemen, werd toegegeven. Maar tevens werd door te spreken van de bodem der belijdenis – een ook heden nog gebezigde uitdrukking! – in plaats van de belijdenis zelf, enkel aangeduid, dat men deze koos als eerbiedwaardig historisch, nationaal en traditioneel uitgangspunt, van waaruit allerlei ethische of liberale escapades mogelijk waren.
De historie van de Evangelische Alliantie heeft bewezen, dat er van een handhaven der grondslag allerminst sprake is geweest, ja, dat de Alliantie medegewerkt heeft om valse profetie ingang te doen vinden.
We ontkennen niet, dat de Alliantie zich verdienstelijk heeft gemaakt voor het opkomen voor Zondagsheiliging, sociale zorg, zending en godsdienstvrijheid. Dankbaar moeten we ook memoreren de woorden, die Groen van Prinsterer op de vergadering te Amsterdam-1867 uitsprak. Hij wees er op, dat hij wèl veel lof gehoord had over de vrijheidsstrijd van Nederland, maar dat hij de vermelding van de geloofsstrijd, waaruit de nederlandse natie geboren was, veelal gemist had. (…)
Met waarlijk profetische scherpte schilderde hij de toenmalige liberale afval, die de naties wilde losrukken van het geloof, dat de eenheid schiep, om vervolgens hiervoor in de plaats te stellen het bloed, de bodem, de taal, die eenheid schept. Op deze wijze, zo riep Groen de filosofen en staatslieden van het moderne Europa toe, krijgt ge kleurloze volken, verzamelingen van atomen, rebellen heden, slaven morgen, een nieuwe barbarie te midden van een geraffineerde samenleving. Tegenover deze stroom van systematische goddeloosheid moet de werkelijk christelijke nationaliteit onder de volken versterkt. (…)’ (p. 29-31)
‘Hoewel de vergadering hem na afloop van zijn rede toezong, bleek Groen ook hier weer door zijn “vrienden” verlaten. Het zaad, dat hij zaaide, werd verstikt door het onkruid van valse ideeën over staat en kerk, dat door anderen uitgestrooid werd. Verschillenden verdedigden immers de liberale, neutrale staat en verklaarden zich een fèl tegenstander van de christelijke. (…) [Er] werd een “doorbraak” gepropageerd en een dolkstoot gegeven in de rug van hen, die de kerk opriepen om tegen de revolutionaire vrijheidsidealen te getuigen. Neen, de kerk moest “waardering” hebben voor de geest van de eeuw der vrijheid.
Ook over de kerk als zodanig werden gedachten verkondigd, die vloekten met het reformatorisch beginsel. Zo werd de stelling verdedigd door professor van Oosterzee, dat de evangelische kerk “in haar tegenwoordig overgangstijdperk niet met dictatoriaal gezag uit haar gemeenschap heeft te werpen, wat toch van zelf de zaden der ontbinding reeds in zich draagt”. De kerk is geduldig, omdat zij eeuwig is. Professor Brummelkamp merkte hiertegenover op, dat op de akker der wereld het onkruid moet rijpen, maar dat in de kerk uitgeroeid moet worden wat zich onverbeterlijk toont. Doch hij ontving van niemand bijval.’ (…) Een andere spreker verdedigde de stelling, dat “de belijdenissen van het verleden niet definitief zijn”, en dat “de band aan de kerk gevormd moet worden door een christelijk gevoel, en niet door een theologische formule”. Voorts werd geponeerd, dat daarom het vrijheidsbeginsel, niet alleen in de staat, maar ook in de kerk diende toegepast. Met beroep op de “toon” in verschillende vergaderingen der Evangelische Alliantie werd betoogd, dat de vorming van één evangelische kerk met enige fundamentele ideeën als basis, mogelijk was. Geen enkel “offer” hoefde gebracht. Als men elkaar wederzijds maar vrijheid liet. Schisma’s zouden zo voorkomen worden en herenigingen bewerkt. (…) “(…) Door die grote verwachting te verwerkelijken, zal de Alliantie krachtig bijdragen het christendom een positie te verlenen, die het dreigt te verliezen”.
Het oecumenisch verlangen dat vandaag gerealiseerd wordt, kwam dus in de Evangelische Alliantie reeds krachtig naar voren en wenste zich van haar te bedienen. Een “Unirte Kirche”. En zo de wereld winnen. Op de vergadering van New-York-1873 werden dergelijke klanken gehoord. Met een beroep op de verschillen van flora en fauna werd de pluriformiteit der kerk en haar eenheid desondanks verdedigd. (…) “(…) Onze Alliantie is profetie en waarborg van deze gouden eeuw, die niet achter, die vóór ons ligt, vóór ons reeds in de naaste toekomst. Dan zal de spraakverwarring der Babelverstrooiing en verwoesting overgaan in de gemeenschappelijke taal van de vrije gedachte der menschheid, en de Schibbolethsdialecten van godsdienstige geschillen wijken voor de nieuwe Pinkstertaal van het ééne geloof in Jezus Christus, den Heer”.
Aldus kwam de begeerte naar de éne Wereldstaat, de éne Wereldkerk, en de Gouden Eeuw, waarin deze gerealiseerd zouden worden, duidelijk tot uiting. De spreuken, waarvan de Evangelische Alliantie zich placht te bedienen, wezen in dezelfde richting: verschillend als de golven, één als de zee; één kudde en één Herder; één lichaam zijn we in Christus. Binnen de Evangelische Alliantie werd – al bleef deze een zeker conservatief karakter bewaren – samenwerking en verdoezeling der confessionele verschillen geléérd. Klaagzangen klonken over de stipte handhaving der belijdenis sinds de “davidische” strijd der Reformatie, het verlangen naar een “salomonische” eeuw van confessionele vrede. Zodoende werd de “evangelische” basis al meer ondermijnd door deze – in wezen onreformatorische en vrijzinnige – idealen.
Het modernisme kon daarom omstreeks de eeuwwisseling gemakkelijk de buit binnen halen. Enige tegen-organisaties werden in Amerika opgericht, waaruit tenslotte de Federale Raad in 1908 ontstond. De meeste Amerikaanse kerken sloten zich hierbij aan. De kracht der Evangelische Alliantie was nu gebroken, omdat zij slechts een organisatie van persónen, niet van kèrken was. De Federale Raad, die zich overigens het evangelie der libertijnen nooit geschaamd heeft, nam de werkzaamheden der amerikaanse afdeling der Alliantie feitelijk over. De orthodoxe cocon der Alliantie heeft zo de geboorte van de vrijzinnige eenheids-vlinder bevorderd. Het orthodoxe basis-omhulsel werd weggeworpen. Het had zijn dienst volbracht: aankweken der eenheid en bundelen van allerlei protestantse actie op het gebied van zending, barmhartigheid, enz.
Tegen haar oorspronkelijke opzet in is zo de Alliantie een der wortels geworden van de synthese-beweging: Evangelische Alliantie – Federale Raad van Kerken van Christus in Amerika – Wereldraad van Kerken. De wetten Gods betreffende de kerk en haar reformatie kunnen niet straffeloos uitgeschakeld worden. Wie niet vóór handhaving van deze wetten is, steunt de toleranten, die er tegen zijn.’ (p. 32-34)[1])
[1] De EA is tegenwoordig nog actief. De Nederlandse afdeling is in 1979 (her)opgericht. Deze is in 2013 gefuseerd met de Evangelische Zendingsalliantie. In 2015 werd de naam: MissieNederland. Website: https://www.missienederland.nl
Op de volgende internetpagina’s staat de geschiedenis vanuit het gezichtspunt van MN beschreven:
https://www.missienederland.nl/actueel/nieuwsartikel/2024/02/26/Aan-de-wieg-van-de-Evangelische-Alliantie
https://www.missienederland.nl/over/historie