Advent van de satan

Door: J.M. Teunis

 

Gelijk Christus zijn parousie heeft, zo ook de antichrist (2 Thess. 2). En beide parousies hebben haar advent; daarmee zijn de eeuwen gemoeid.[1]

 

In de periode naar kerst toe spreken we vaak over de adventsweken. We leven toe naar een bepaald ‘moment’. Tegelijk kijken we ook uit naar de wederkomst van Christus, dat is goed om elke dag van het jaar te doen. Naast de aanstaande komst van Christus weten we ook dat de satan komt.
Toch spreken we nooit over de advent van de satan.
Kan je eigenlijk wel spreken van een advent van de satan?

 

Betekenis van de naam
De naam advent is een afgeleide van het Latijnse woord adventus, wat komst betekent. Het Griekse woord hiervoor is parousia wat letterlijk aanwezigheid of tegenwoordigheid betekend. Het woord parousia wordt in verschillende oude Griekse geschriften teruggevonden. Het wordt daar ook gebruikt als aankondiging van een bezoek van een koning of keizer.[2]

 

Gebruik van de naam
De heilsfeiten van Jezus Christus die wij vieren zijn te herleiden uit de Bijbel. Dit is niet het geval bij de advent, dit vinden wij niet terug in de bijbel. Er zijn oude christelijke geschriften bekend uit de vijfde eeuw die melding maken van een viering voorafgaande aan de kerst. In die tijd worstelden veel kerken met de menswording van Jezus Christus, dit thema stond centraal in de periode voor kerst. Rond het jaar 600 zijn er bronnen gevonden die deze viering de advent noemen.

 

Uitkijken naar de wederkomst
Minder bekend is dat er in de adventsperiode ook wordt uitgekeken naar de wederkomst. De vroeg christelijk kerk gebruikte hiervoor ook het woord parousia. De troost van de wederkomst van Christus is dat we in alle droefheid en vervolging met opgeheven hoofd Christus mogen verwachten. Hij zal dan al zijn en mijn vijanden aan de eeuwige ondergang overgeven en de uitverkorenen tot Zich opnemen in de hemelse blijdschap en heerlijkheid (HC, Zondag 19 V&A 52).

 

Verschil in komst
God heeft de wijze en het tijdstip van de komst van Jezus Christus bepaald. We vinden hierover meerdere teksten in de bijbel. De satan daarentegen heeft geen enkele grip op het tijdstip van zijn komst en hij bepaald niet zelf de krachten van zijn werken. Daarbij is de satan in zijn komst volledig afhankelijk van God, hij heeft de ruimte nodig die God hem geeft. De satan heeft zijn tekenen van oorlog, rampen en geweld, maar die zijn het einde nog niet, daarmee bepaald hij het tijdstip van zijn komst niet. De ruimte en de macht van de antichrist, wegbereiders van de Satan, die zijn al bepaald door God. Zo is Jezus Christus van niemand afhankelijk in zijn komst. De satan daarentegen is volledig afhankelijk van God.

 

Kerk en komst
De komst van Christus is niet afhankelijk van een sierlijke kerk met veel leden. Dat kan ook niet, want God is niet afhankelijk van de mens, de mens kan hierin niet op zichzelf roemen. Dit zien we ook in de veldslag van Gideon, zijn leger moest in aantal verminderen opdat zij niet op zichzelf zouden roemen maar zich volledig afhankelijk van God wisten. Zo is het ook met de kerk in de strijd, de overwinning is niet afhankelijk van de mens en ook niet van de kerkmensen. Toen het leger van Gideon klein en geïsoleerd was, gaf God hen de overwinning. Als de kerk geïsoleerd is, gereduceerd tot een klein aantal, dan komt God tot het laatste oordeel en geeft de zijnen de overwinning.

 

Advent
In de tekenen van de tijd zien we dat zowel Jezus Christus komt maar ook dat de satan komt. Beide zijn voorspeld en hun tekenen zijn beschreven in de bijbel. Jezus Christus is koning en heerser, maar ook de satan wordt een overste en heerser genoemd.

Zo kan je inderdaad zeggen dat de satan wordt aangekondigd, en hij dus ook een advent heeft.

In Openbaringen 16 lezen we over de parousie als de laatste veldslag bij Harmagedon van de almachtige God tegen de verzamelde legers van de duivel. Jezus Christus komt dan voor de finale slag en de satan komt dan ook. Het krijgsplan van God wordt uitgevoerd en is door niks en niemand te stoppen. Het zal volgens Gods plan verlopen tot de grote vrede. Vrede in hemel en op de aarde.

Zullen wij dan klaar staan? Ons wapenen tegen de komst van de satan. Gereed staan voor de strijd, elke keer maar weer. De satan is bezig, hij komt snel naderbij.

 

[1] K.Schilder, Apostasie – wegbereidster van den Antichrist, De Reformatie XXII 5 juli 1947.

[2] F.J. Pop, Bijbelse woorden en hun geheim.